Zoals jullie eerder hebben kunnen zien, trokken we midden april met de ouders van Pieterjan een weekje naar de omgeving van Salta en Jujuy. Voor ons een belevenis dat we met geen enkel van onze vorige reizen kunnen vergelijken. Salta kan je je inbeelden als een streek waar de tijd in de jaren ’60 is blijven stilstaan, daar waar paarden nog worden vastgebonden aan een boom terwijl de ruiter een pintje drink op het terras van het lokale café (dat vaak bestaat uit enkele plastieken stoelen en de keuken van het huis zelf), waar kinderen 2 uur stappen om naar school te gaan, waar de zon 300 dagen op een jaar schijnt, waar je vlaktes hebt met ontelbare cactussen, waar de kleurschakeringen van de bergen met geen foto kan worden vastgelegd, waar verdwaalde lama’s je weg kruisen, waar mensen overleven op hun eigen vee, waar van verharde wegen nog geen sprake is, waar de omgeving je niet gaat vervelen omdat die elk uur verandert van berg- woestijn- en maanlandschap naar uitgestrekte groene valleien, waar de panfluit weergalmt in de bergen, waar hier en daar nog kenmerken zijn van de oorspronkelijke Indiaanse bevolking, waar alle handel in de namiddag plat ligt omwille van de siësta, waar de zon veel feller is dan in Buenos Aires doordat we meer in het noorden zitten en waar de lucht ijler is door de hoge hoogtes.
Hebben jullie ongeveer een beeld van de streek? Oké, dan kan je je nu volledig inleven in onze reis :) Here we go!
Woensdag 13 april troffen we elkaar in Salta (Salta is dus zowel een stad als een provincie, wij landden in de stad Salta dat gelegen is in de provincie Salta), Pieterjan en ik komende van Buenos Aires, Kathleen en Ronny van de watervallen van Iguazu. Daar stond ons ‘jeepke’ (ford ecosport) klaar dat ons transportmiddel werd de komende dagen. Het was weer om helemaal in de reissfeer te komen: knalblauwe hemel, felle zon en zo’n 30 graden en van dit weer zullen we de komende vijf dagen genieten! Onze eerste stop was in Cafayate, een wijngebied dat op ongeveer 1700 meter boven de zeespiegel ligt. Naast Mendoza is Cafayate een van de bekendste wijngebieden van Argentinië. Later zal blijken dat het niet alleen natuurlijke rijkdom heeft, maar ook cultureel heel wat te bieden heeft! Om de eindbestemming van die dag te bereiken, doorkruisen we het wonderbaarlijke Quebrada de Cafayate waar rotsformaties tot speciale vormen zijn geërodeerd. Wonderbaarlijke rode rotsformaties die zaken voorstelden als onder andere een duivelsgat (garganta del diabolo), amfitheater, obelisk en een kasteel.

Onze eerste verblijfplaats, La vaca tranquila, is er eentje om iedereen aan te raden die ooit deze kanten opgaat! De Bed and Breakfast wordt uitgebaat door een koppel van Luik die na verschillende wereldse tussenstops hun hier gevestigd hebben. Het lijkt op een soort plaatselijke boerderij (finca) met zeer veel paarden, koeien, uitgestrekte wijnvelden en zelfs hun eigen bierbrouwereitje! En het neusje van de zalm: relaxt zwembad met zicht op de besneeuwde toppen van de Andes.
Donderdagmorgen 14 april heeft de familie Deleersnyder ook een nieuw familielid ogenomen: Ronny, het stierke! :) Ronny mag zich voortaan fiere peter noemen van torro (=Stier) Ronny .

Waarom kreeg hij zijn naam? Het stiertje kreeg de naam van de persoon die het eerste wakker was die ochtend! Die dag stonden twee culturele uitstappen op de agenda : een bezoek aan de ruinas Quilmes en twee wijndegustaties in twee van de vele bodegas dat Cafayate te bieden heeft. Quilmes is een nederzetting uit de 8e eeuw die op een beschutte plek tegen een berghelling aan de rand van een grote vlakte ligt. De plaats is meerdere malen belegerd onder andere door de Inca’s maar het volk van Quilmes kon de aanval van de Inca’s weerstaan. De Spanjaarden pakten het later agressiever aan en konden het verzet breken. Na het middageten (dat meestal bestond uit brood, kaas en salami dat we kochten in een plaatselijk winkeltje en opaten op een of andere leuke stop op de weg naar de volgende bestemming) bezochten we bodega Etchart en deze was veruit de beste. We kregen er een zeer goede rondleiding zowel in de fabriek als in de kelders. Na de rondleiding was een degustatie waar we uitleg kregen hoe we wijn moesten proeven en beoordelen (aan de hand van kleur, geur en de tranen die blijven plakken aan het glas).

Onze tweede bezoek was aan de bodega ‘El Esteco’, opnieuw zeer lekkere wijnen, alleen was de rondleiding hier niet zo gepersonaliseerd door de grote naambekendheid bij de toeristen.
Na twee overnachtingen in dezelfde regio, verlegden we de vrijdag onze grenzen naar Cachi. De weg die we volgden was opnieuw heel bijzonder. Door aardverschuivingen zijn de rotsen bijna zo’n 90 graden gekanteld en krijg je dus prachtige rotsformaties. Ze noemen dit dan ook Quebrada de las flechas: kloof van de pijlen, want inderdaad: de rotsen schieten als pijlen uit de grond! Ook de kleuren waren fascinerend: van grijs tot groen, van felrood tot wit. De route loopt over een verharde weg met kiezelstenen, de ene al wat groter dan de andere : ontwijken is dus een must!

Op onze weg kwamen we ook vaak bergdorpjes tegen. Deze dorpjes bestaan meestal maar uit zo’n tiental huizen gemaakt van leem en stro : gebaseerd op de vroegere adobehuisjes van de indianen. Ik vond het ongelooflijk om te zien dat mensen nog steeds zo leven : geen stromend water, geen elektriciteit, te voet of te paard zijn de enige transportmogelijkheden … En welke vraag ik mij steeds stelde toen we zo’n dorpje passeerden : wat doen deze mensen hier alle dagen ??? Op onze weg hebben we 3 dames geholpen die een klapband hadden. Zij waren blijkbaar niet zo goed in het ontwijken van grote stenen … Onze mannen staken graag hun handen uit de mouwen, en wij vrouwen tetterden er op los, met een mooi resultaat: als dank een gratis overnachting in een hotel van een van de vrouwen in Salta! We lunchten in Finca del Carmen waar we genoten van een prachtig uitzicht over de vallei. In de vooravond kwamen we aan in Cachi, een gezellig klein toeristisch plaatsje met vele leuke witte pandjes in een prachtige bergachtige omgeving met witte Andes toppen op de achtergrond. Ons verblijf (Finca de la paya) was een heel stuk van de weg afgelegen tegen de bergflanken, maar opnieuw een voltreffer! Vroeg onder de lakens, want zo’n lange autoritten maken je echt wel moe. De stilste nacht van ons leven: geen auto, geen kat, geen vliegtuig, geen trein … niets!
Om 9u (ik duid hier op het feit dat we inderdaad veel gezien hebben, maar het zeker geen uitslaapvakantie was!) starten we onze rit naar Salta-stad om van daaruit de oversteek te maken naar de provincie Jujuy waar we in Purmamarca zouden overnachten. Nadat we Cachi achter ons laten, is het eerste stuk waardoor je rijdt fe-no-me-naal. Het voert je onder andere door het Parque de los Cordones, een groot natuurgebied vol prachtig Cordon-cactussen.

In deze vallei bevindt zich ook de Recta del Tintin, een oude lange kaarsrechte Incaweg. Daarna kwamen we heel plots in de wolken terecht, geen besef dat we zo hoog zaten (zo’n 3348 meter)! We reden over een slingerweg langs diepe ravijnen in dichte mist naar beneden. De afdaling was een hele belevenis met prachtige vergezichten, haarscherpe haarspeldbochten en telkens kleine bergriviertjes doorkruizen naar beneden toe. Het duurde dus wel even voor we Salta hadden bereikt. Snel inkopen gedaan in de stad Salta en terug in de auto op weg naar de stad Jujuy om van daaruit naar Purmamarca te rijden (ik haal er eventjes een kaartje bij, kwestie dat jullie kunnen volgen!)

Jujuy lieten we links liggen, het is een grote stad en we wilden zo snel mogelijk terug naar de natuur, opnieuw het gevoel van het middenwesten opsnuiven :) (Inderdaad, ik kan mij perfect voorstellen dat in deze regio’s westernfilms worden gedraaid: eindeloze droge vlaktes waar paardrijden de handigste manier is om je te verplaatsen!) In de vooravond kwamen we aan in Purmamarca. De vrouwen stortten zich op de ettelijke marktjes en de mannen op zoek gingen naar een overnachting. We hadden niets geboekt, dus alle opties stonden nog open! Deze keer niet zo luxueus, maar een bed en een douche waren we meer dan content! Purmamarca is een klein plaatsje aan de voet van de Cerro de los siete colores (berg van de 7 kleuren), een van de hoogtepunten wat betreft bergvormen en –kleuren in deze streek. Aangezien onze nafte op was en ze daar niet beschikken over een tankstation, moesten we voor de allerlaatste keer die dag nog eens met z’n allen op tour. We reden snel eventjes naar Tilcara waar we een heuvel passeerden met een prachtige begraafplaats in Spaanse stijl: bovengrondse graven met vele gekleurde plastic bloemen (= het kerkhof van Maimara) met uitzicht op de bergen die hier gelijkenissen hebben met meerdere schilderspaletten naast elkaar.

Nu denk je waarschijnlijk : oké, wat kan je daar nu nog meer zien? Deze streek kent gewoon geen ophouden, soms waren al die prachtige taferelen gewoon teveel info om in onze hersenen op te slaan :)! De laatste dag reden we naar de salinas grandes, op Argentijns grondgebied wel te verstaan! We moesten eerst een serieuze beklimming maken die anderhalfuur duurde tot aan een hoogte van 4100m. Het landschap was hier ook opnieuw onbeschrijfelijk: je begint in volle begroeiing tot je boven de boomgrens een droger landschap hebt. Je voelde ook op een of andere manier aan je lichaam dat we meer en meer aan het stijgen waren. Hoe kan ik het omschrijven…? Als je 30 seconden liep, had je het gevoel dat je net 30 minuten had gelopen. Ook was alles een beetje duizelig in je hoofd… Door het drukverschil van de steile beklimming ontplofte zelfs onze zak chips :)! Daarna volgde een afdaling tot op 3300 m hoogte, waar de zoutmeren gelegen waren. Dit was heel indrukwekkend: Zover als je maar kon kijken, zie je enkel een witte vlakte met in de verte opnieuw besneeuwde toppen. Hier en daar graven ze putten en in dit azuurblauwe water dat dan tevoorschijn kwam groeien dan zoutkristallen.

Waar we niet echt aan hadden gedacht … De combinatie van witte zoutvlakte en de felle zon! Het is bijna onmogelijk om je ogen deftig open te houden door de weerkaatsing van het zonlicht. Maar dit werden we lichtjes gewaar en de fotoshoot kon beginnen! Hier aten we ook onze eerste cocabladeren! Je ziet hier namelijk constant mensen met een bolle wang, heel grappig om te zien! Waarom ze dit doen? De mensen zuigen op die bladeren, omdat dit een toename van de rode bloedlichaampjes te weeg brengt zodat ze de hoogteziekte niet krijgen en dus langer op die grote hoogte kunnen verblijven. Bovendien stilt het ook de honger (gelijkaardig effect als de Argentijnse mate). Ze steken dus zo’n 60 tot 100 bladeren in hun mond, verwerken dit tot een grote bol die dan tegen hun wang gedrukt zit! Tijdens de terugweg naar Salta maakten we een stop in Tumbaya, een heel klein dorpje (ik zou het zelfs geen dorp durven noemen). Reeds in de heenreis waren we gefascineerd door de immense drukte langs de weg en we wilden hier wel het fijne van weten. Daar we in de week voor Pasen zaten (Semana Santa), was hier een processie aan de gang. Met duizenden gaan ze de bergen in om de Virgen de Copacabana te halen, een heilige maagd waarvan haar beeld in de bergen staat. Zij zou hier enkele jaren terug verschenen zijn... Mensen doen de beklimming van 25km in één dag, feesten op de berg rond het beeld en brengen dan in processie (die plaatsvindt op palmzondag) de Heilige maagd mee naar beneden. Dit alles was een heel kleurrijke bedoening met duizenden mensen, kraampjes met eten, drank en relikwieën zoals palmbladeren en foto’s van de Heilig maagd.

Het is eigenlijk erg opvallend hoe het geloof leeft in het Noord- Westen van Argentinie. Op straat slaan vele mensen een kruisje bij het voorbij lopen van een kerk, bidden voor Christus beelden of lopen even snel een kerk binnen voor een kort gebedje. In Buenos Aires komt dit ook wel voor, maar toch in mindere mate … Aangekomen in onze gratis verblijfplaats in Salta en na een flinke douche en inspectie gedaan te hebben naar onze verbrande zones (Nog een keer: ga dus nooit naar een zoutvlakte zonder zonnebril en je niet van te voren hebt ingesmeerd met zonnemelk!) trokken we de stad in, onze laatste uitstap van deze reis :( . Salta is een gezellige stad, heeft koloniale kenmerken te danken aan de Spanjaarden en heeft een relaxte vibe over zich heen (misschien draagt het mooie weer hier ook aan bij). Een must is het Museum de Arqueologia de Alta Montana (MAAM) waar 3 kinderen van de de Llulailloco vulkaan geborgen zijn. Deze zijn 3 inca kinderen die zo’n 500 jaar geleden werden geofferd en die in 1999 zijn gevonden, volledig intact met al hun bezittingen die ze meekregen toen ze geofferd werden. De mooiste, slimste, beste mensen van het volk werden uitverkoren voor zo’n offer. Helemaal geen opoffering voor deze kinderen, want zij voelden hen als uitverkorenen en leefde met veel plezier naar de offering van hun lichaam aan de Goden! Men dacht immers dat zij niet zouden sterven, maar verder mogen leven met alle andere kinderen die geofferd werden … De kinderen zijn geheel gebleven doordat ze hoog begraven werden en door de koud hun ganse lichaampje intact bleef. 1 kindje was te zien volledig achter een soort stulp, heel indrukwekkend! (Er wordt altijd maar slechts een kind getoond, de twee andere kinderen worden door allerlei experts onderzocht, want zo’n vondst is zeldzaam!) Daarna trokken we nog eens naar de kathedraal (=de Basilica San Francisco), een echt plaatje.

Toevallig was het die zondag palmzondag, dus mochten we eens proeven van de sfeer die hangt op zo’n belangrijke dagen. De armere verkochten mooi geweven palmtakken die de mensen meenamen naar de mis in de kathedraal. Die zat tot onze grote verbazing stampvol, iets dat je je in België niet meer kan inbeelden. Er stonden zelfs luidsprekers zodat de mensen op het buitenplein de mis konden meevieren, een heel apart gevoel… Na ons laatste avondmaal in een plaatselijk restaurantje slenterden we naar huis al keuvelend over wat we niet al gezien hebben de voorbije dagen…
Maandag 4 uur 30 uit de wol,want PJ moest ten laatste rond 9 uur opnieuw paraat staan voor zijn boten in BsAs! De komende week nam ik Kathleen en Ronny onder mijn hoede en toonde met trotsheid alle troeven die de stad te bieden had! Niet alleen hingen we de toerist uit, maar ik leerde ze ook kennismaken met de dagdagelijkse dingen zoals het nemen van de bus, inkopen doen in de lokale supermarkt, de wekelijkse wandeling naar de groentemarkt en natuurlijk : creatief oplossen van de dagelijkse Belgische gewoonten met Argentijnse producten!!! Dit alles lijken hele gewone en normale dingen, maar als je ze eenmaal gedaan hebt in Argentinië, dan pas kan je met ons meepraten over hoe alles er hier aan toe gaat.
Ronny en Kathleen, nogmaals bedankt voor deze prachtige twee weken. Een reis die we niet snel zullen vergeten!