Na een goede vlucht kwamen we iets na de middag aan in Guayaquil. We zijn meteen op de bus gestapt naar Riobamba, zo’n 4 uur in de bus. Ze verzekerden ons dat het een rechtstreekse bus was zonder stops, maar de bus stopte echt bij iedereen die ook maar langs de weg stond te zwaaien. Niet alleen passagiers klommen op de bus, maar ook allerlei verkopers, gaande van verse mango, tot waaiertjes tot versgebakken taart (vroeger verkochten ze zelfs levende kippen op de bus, gezellige bedoening!). Op bepaalde momenten was er dus een immense drukte op de bus! Zo kon er natuurlijk niet deftig doorgereden worden, maar dat haalde de buschauffeur wel in in de verlaten zones waar hij goed plankgas kon geven. Aangekomen in Riobamba was het al 19 uur en reed er geen bus meer naar Guamote, onze eerste bestemming. Dan maar een taxi genomen. Aangekomen in Guamote stonden we voor een groot raadsel. Het was een heel klein dorpje en er liep echt niemand op straat om ons te zeggen waar het hostel precies ligt. Na even bibberen (in het donker in zo’n verlaten stad is nu niet het leukste gevoel) hadden we dan toch de hostel gevonden, hostel Inti Sisa. Het wordt uitgebaat door Belgische vrijwilligers en het geld van het hostel gaat rechtstreeks naar hun eigen schooltje voor de kinderen van Guamote gelegen naast het hostel en ook naar de educatie van de gemeenschappen in de bergen. Een gemeenschap is zoals een klein dorpje van om en bij de 100 inwoners. Zij leven apart ergens ver weg in de bergen. Iedere gemeenschap heeft zijn burgemeester, kerk en schooltje. Meer is er niet. Inti Sisa helpt bij de ontwikkeling van het onderwijs van die gemeenschappen. Tijdens onze reis was het duidelijk dat goede educatie geen overbodige zaak is. Vaak zijn leerkrachten niet goed opgeleid waardoor ze verkeerde kennis verstrekken aan de kinderen. Zo is het leren van engels bijvoorbeeld heel belangrijk. Een vrouw vroeg me heel zelfzeker: How are you old? De intentie is er dus wel, alleen jammer dat de kennis ontbreekt …
In Guamote is er niet veel te doen, maar de hostel organiseert leuke uitstappen, onder andere een afdaling met de mountainbike doorheen het schitterende landschap dat Ecuador typeert. Eerst kregen we een rondleiding in het schooltje en maakten we kennis met de kindjes. Daarna in de jeep op weg naar een van de hoogste punten in de omgeving om onze afdaling te beginnen. We hadden er niet echt rekening mee gehouden dat we op een 3500m boven de zeespiegel zouden zitten. Iedere inspanning die je dus doet, voel je dubbel. De afdaling was vanaf een hoogte van 4000m tot rond de 3300m. De start was in de wolken, dus begonnen we in de regen. Na ons mountainbikeavontuur hebben we in een minirestaurantje in the middle of nowhere forel gegeten en zijn we erna naar bergmeren gaan kijken. Gans de dag passeerden we langs afgelegen gemeenschappen en konden we zien in welke erbarmelijke omstandigheden die mensen nog leven. We keken vooral naar de traditionele kledij waarvan we dachten dat dit alleen bestond in de boekskes. Dit was geen toeristische attractie, dit was hun dagdagelijkse kledij en hun bezigheid. Dit in tegenstelling tot andere plaatsen in Ecuador, waar de mensen hun kledij nog aantrekken om de toeristen een plezier te geven van hoe het vroeger in Ecuador was. Ook in het stadje Guamote liepen de mensen nog traditioneel gekleed rond. Vooral de vrouwen, maar ook sommige mannen gaven niet toe aan de westerse kledij.
Terug aangekomen in het hostel was het tijd om ons op te warmen (iets wat nergens echt goed gelukt was gans de dag door. Een verwarmde ruimte is een zeldzaam iets). Ook de kinderen van het stadje weten dat het in Inti Sisa warm is, dus ’s avonds loopt het er goed vol met kindjes van alle leeftijden. Het duurde geen second of we zaten samen met de kindjes te kleuren aan een tafeltje. Een meisje wist niet wat ze moest tekenen, dus ik vroeg: wat is je droom? Je kan dat tekenen! En ze antwoordde: Belgica, ik wil naar Belgica! De kinderen leren veel over België daar de stichters van het project van België zijn. Dat antwoord maakte mij wel een beetje stil … Ook de kinderen beseffen blijkbaar dat er een beter leven bestaat dan ginder in Guamote… We hadden ondertussen kennisgemaakt met een Amerikaans koppel in het hostel en die gingen de volgende dag ook richting de jungle, enkele uren ten noorden van Guamote. We zouden samen de bus nemen, maar de man had de volgende dag serieuze buikloop dus hebben we beslist om samen met ons 4 een taxi te nemen tot aan Baños, halverwege onze eindbestemming. Een goede keus, want in plaats van 4 uur op de bus stonden we al in anderhalf uur in Baños en hadden we nog iets aan onze dag! De chauffeur was een van de vrijwilligers van Inti Sisa, een hele lieve jongen! Op een bepaald moment hadden we echt de slappe lach met hem: ze hadden net van die bubbels op de straat gelegd zodat je met de auto zou vertragen. Maar voor Ecuadoranen dus helemaal onbekend. Telkens hij over zo’n afremmer reed, begon hij keihard te lachen omdat het zo kietelde. Wij natuurlijk meegiechelen en uitgelegd waarvoor het eigenlijk diende. Maar eigenlijk had het een tegenovergestelde werking: bij zo’n bubbels ging hij sneller rijden omdat het dan nog meer zou kriebelen :)
Baños is dè toeristische trekpleister aan de rand van de jungle. Wij maakten hier echter enkel een eetstop (we hadden op voorhand besloten om de toeristen niet te volgen en ‘off-road’ te gaan) en gingen verder naar Puyo, een stad diep in het regenwoud. Hier was niets te beleven. Niets te bezichtigen, amper restaurants, het hostel was ook niet om naar huis te schrijven … Gelukkig was het enkel voor de nacht en gingen we de volgende dag op 3-daagse in de jungle. Iets waarover Pieterjan al jaren droomde!!!
Op die 3-daagse hadden we een lokale gids die in een gemeenschap in de jungle leeft. Hij wist dus bijgevolg veel meer dan andere gidsen en leerde ons vanalles over de jungle en de medische werking van bepaalde planten. We hebben ook geleerd dat ‘Quechua’ het woord was voor de ‘incataal’ (een van de grote merken voor trekkers bij ons in de Decatlon). Met onze kleren werden wij een beetje aanbeden, want wij hadden gewoon moderne incakleren aan :) We sliepen in een lodge dat enkel bestond uit materialen vanuit de jungle. Bijgevolg waren er heel wat open ruimtes waardoor de beesten vrij naar binnen konden lopen (kipkes) of kruipen (kakkerlakken, mieren, kevers …).
In de jungle was het een zalig gevoel, volledige stilte met enkel de geluiden van de vogels of van de regen die gedurende de 3 dagen bijna niet heeft opgehouden. De laarzen die we gekregen hadden bij het begin van de tour waren dus geen overbodige zaak. Na 3 dagen hadden we 2 watervallen gezien (diep in de jungle: eerst drie uur gewandeld met een kapmes om een weg te maken), gekanood in een uitgeholde boom, 2 nachten geslapen in junglehutjes, prachtige natuur en vergezichten gezien, volledig doorweekt geweest, gedanst met de kindjes van de lokale gemeenschappen, kampvuurtjes gemaakt, vuile soep gegeten voor de rest van ons leven, gewandeld en gewandeld en gewandeld … Op onze terugkeer naar de stad Puyo zijn we nog langs 2 toeristische attracties gepasseerd. Een eerste was een visvijver met Paiche vissen in. Dit zijn vissen van 2 meter of meer! Vervolgens bezochten we een apenpark. De apen leven niet gevangen, ze lopen vrij rond in de jungle, maar het park lokt de aapjes met eten. Het idee was om na onze terugkeer van de jungletocht onszelf te verwennen in een chiquer hotel en daar nog een nacht door te brengen, maar we verkozen om de jungle te verlaten en nog 4 uur langer te stinken en meteen door te trekken naar Latacunga. Dit zou ons later op de reis ook een dag extra aan de kust geven.
Na de lastige busreis van 4 uur kwamen we aan in een stad opnieuw in de hoogvlakte, dus mochten we weer onze warme kleren uithalen met muts en sjaal inclusief. Gelukkig bleven we hier gespaard van de regen. Na 3 dagen rijst met kip en bonen gegeten te hebben, prezen we ons gelukkig om weer in een grotere stad te zitten en eens deftig te kunnen eten. Na wat rond te lopen beseften we dat het enige deftige restaurant in de stad een Mexicaan was (daarom moet je dus naar Ecuador gaan). We hebben er gegeten voor drie personen, het was heerlijk ! De volgende dag boekten we een tour naar het Quilotoa-meer. Dit is een nog steeds actieve vulkaan dat 10.000 jaar geleden is uitgebarsten en nu dus een krater is. Het water in het meer verandert nu en dan van kleur, van groen tot azuurblauw. Alvorens we aan dat meer kwamen, stopten we eerst in Pujili waar een lokale markt aan de gang was, voor ons een van de leukste ervaringen van de reis. Ecuador is echt het land van de markten. Er zijn altijd 3 verschillende ‘afdelingen’: beesten, groeten en fruit, en kledij. De beestenmarkt is het meest indrukwekkend. Ze zeggen dat de beesten in Ecuador 6 dagen op 7 een superleven hebben, maar 1 dag in de week (op de marktdag) leven ze in een hel. Men sleept ze voort aan hun poten, ze stoppen ze in zakken, ze sleuren ze naar hun auto… Een lama kost zo’n 100 dollar, een klein varkentje 30 dollar, 4 kuikentjes 1 dollar. Jaja, we hebben het allemaal uitgezocht!
De markt van Pujili is echt nog een traditionele markt in de bergen waar geen toeristen te vinden zijn en iedereen nog met traditionele kledij rondloopt. Wat ons ook opviel was dat de mensen ook naar de markt gaan om er te kunnen gaan uiteten. Wij waren er om 9 uur ‘smorgens en de overdekte hal met kraampjes waar je allerlei lokale gerechten kon krijgen zat al stampvol. Wij hebben ook het een en ander geproefd, wat er eetbaar uitzag welliswaar! In een kippenpoot of cavia kop hadden we niet echt zin… Vooral de ceviche viel in de smaak. Daarna zijn we verder gereden naar het kratermeer. Op de weg er naartoe vergasten we bijna. De uitlaagassen van onze jeep, kwam precies allemaal naar binnen. Iets mis met de uitlaat… Dus na een uur met de sjaal voor de mond, waren we blij dat we eindelijk er waren en wat frisse lucht konden happen, al was er maar weinig zuurstof in de lucht door opnieuw de hoogte waarop we ons bevonden (4000 boven de zeespiegel).
Van daaruit hadden we een schitterend zicht over het meer en begonnen we aan de afdaling tot aan het water van het meer (ligt op 3500m). De afdaling ging simpel en lukte ons in een half uurtje. Maar toen al zagen we dat de beklimming andere koek ging zijn. Dus besloten we om een muilezel te regelen om Annelies terug naar boven te brengen. Ikzelf wou de fysieke test eens proberen. Eens beneden zagen we dat de vulkaan effectief nog actief is. Er kwam nog gas naar boven aan de rand van het meer (bubbels in het water). Na een kleine pauze klom Annelies op haar muilezel en begon ik aan mijn klim. Na een uurtje was ik boven en stond ik echt in het zweet. De beklimming op zich is zwaar, maar die inspanning op zo’n hoogte maakt het nog veel zwaarder. Goed, ik heb het gehaald en de muilezel van Annelies na 1 uur 15 ook. Na die beklimming kon ik echt wel een stevige maaltijd gebruiken, maar helaas werd het weer kip met rijst en bonen en dit in een ijskoude-niet zo’n smakelijke-mini- ruimte … Vlug eten zodat we er zo snel mogelijk weg waren!
De volgende dag hadden we een reisdag voor de boeg. Van 8 uur ’s morgens tot 20 uur ’s avonds, van Latacunga naar de kust (Canoa) en dit in 3 busritten (van 2 uur , 8 uur en 2 uur). Al bij al ging het nog behoorlijk vlot en waren we blij dat we net die dag gans de dag in de bus zaten, want het was non-stop aan het regenen. De aankomst in Canoa was dubbel. Vooreerst waren we content dat we aan de kust waren en waren we helemaal weg van Canoa, maar ten we onze rugzakken uitlaadden zagen we dat ze helemaal doorweekt waren…. Waarschijnlijk hadden de chauffeurs onze zakken ergens in een plas gelegd, dus al onze kleren waren kletsnat. Er hing ook een visgeurtje aan, in de koffer lagen dus niet alleen valiezen…. VLOEKEN !!!! In de gietende regen gingen we op zoek naar onze hostel (hostel Bambu, echte aanrader!). Eenmaal aangekomen en onze kleren verspreid te hebben over de kamer, kwamen we volledig in relax-stand toen we aan de bar ons eerste cocktailke dronken en inktvissen aten. We hadden er weer zin in!!!
Toen we de volgende morgen wakker werden, zagen we dat we in een surferparadijs terecht waren gekomen. Iedereen leeft er op zijn gemakske op zjin blote voeten, stress betsaat er niet echt. Na een lekker gezond ontbijtje (aan fruit geen tekort!!!) begon ik aan mijn eerste surfles. Ik kreeg een uur les en kon hierbij al deftig op mijn bord rechtstaan (na enige moeite).
In de namiddag probeerde ik het op mijn eentje, maar dit was niet echt een succes te noemen. De stroming was te sterk en ik geraakte niet tot bij de juiste golven en als ik er eentje te pakken kreeg, dan viel ik meteen weer in het water. Het was eerder een fysiek gevecht tussen mijn bord, mezelf, de golven en de stroming. De anderen hebben gewonnen, want na 45 min gaf ik het op. Het was die dag wat bewolkt, maar geen regen, dus we waren tevreden. Maar toen we ons ’s avonds gingen douchen, zagen we dat we super verbrand waren ondanks de weinige zonnestralen die we hadden gezien. De zon was daar dus zo sterk dat je zelf door het wolkenpak heen verbrandde. Dus met onze knalrode gezichten gingen we op zoek naar een leuk barretje om iets te eten en te drinken. We belandden in surf shak, wat uiteindelijk onze vaste stek in canoa zou zijn. De dag erna waren de wolken gedeeltelijk weg, en dan werd pas duidelijk hoe gevaarlijk de zon was. Je kon geen 10 minuten in de zon liggen of je brandde werkelijk op. Schaduw en in de zee zwemmen waren de oplossing. Ik waagde mij aan mijn tweede surfdag en deze keer ging het wat vlotter. ’s Avonds gingen we terug naar diezelfde bar en ontmoetten er wat andere toeristen, waaronder een Belg die daar al een paar maand verbleef om te genieten van het goede leven. Plots begon het hevig te regenen, wat normaal is voor de periode (regenseizoen) van het jaar: ‘snachts veel regen, overdag veel zon. Na een 30 minuten heftige regen viel de elektriciteit in gans het dorp uit. Dit kon volgens de bewoners 10 minuten tot 1 dag duren. Maar de kaarsjes maakten het gezellig en in de piekkiedonkeren zoeken naar je hostel heeft ook wel zijn charme!
Onze laatste dag aan de kust hebben we nog wat genoten van de ervaren surfers die de enorme golven durfden te trotseren en tegen 15 uur de bus genomen naar Portoviejo waar we de nacht doorbrachten om er de volgende dag ons Planadoptiekindje te bezoeken. Hadden we geweten wat er ons in Portoviejo te wachten stond, dan hadden we wellicht iets anders bedacht dan daar te overnachten. Het hostel waar we verbleven was erbarmelijk. Het stonk er naar het zweet, de schimmel ging aan de muren, er was geen water (voor 4 uur lang), er waren geen ramen naar buiten toe (enkel een raampje naar de gang, die dus enkel lawaai van de andere gasten veroorzaakte), maar in die stad waren er eenvoudigweg geen andere mogelijkheden om te overnachten. De zoektocht naar eten was ook niet simpel en probeerden we uiteindelijk maar een Chinees. Geen goede keuze blijkbaar, want 30 minuten later begonnen onze buikjes wat raar te doen. Bij mij ging het nog vlug over, maar Annelies hield er een hevige diarree aan over (tot het einde van de reis). Als je weet dat er geen water was in het hotel, dan is prettig toch iets anders. Daarenboven werd ik ’s nachts wakker omdat er constant druppels op mijn hoofd vielen. Blijkbaar was het plafond lek. Ondertussen was Annelies ook al beginnen over te geven... Pfff, toch wel de helste nacht in lange tijd. Na een korte en slechte nachtrust meldden we ons aan bij Plan Ecuador in Portoviejo om ons adoptiekindje Jeffrey (2 jaar) te kunnen bezoeken. We werden er supergoed ontvangen en de mensen waren echt blij om eens een planouder op bezoek te krijgen. Ons geld gaat niet naar het adoptiekindje zelf, maar naar de gemeenschap waar het kindje woont. Grappig was dat die gemeenschap ‘Buenos Aires’ heette. Nadat werd uitgelegd wat er gebeurt met het geld en ontvangst van de cadeautjes, namen we een kijkje naar de ‘winkel’ van de papa van Jeffrey (hij verkoopt dvd’s, kokosmelk, soevenirs… in een houten hutje langs de weg) Daarna gingen we eten bij het wegrestaurant van de oma van Jeffrey. En raad eens wat??? Jaja, kip met rijst en bonen. Maar deze keer moesten we het wel opeten. Na die ‘heerlijke’ maaltijd gingen we nog een kijkje nemen in hun huisje en gaven we hem zijn cadeautjes: vrachtwagens en een teddybeer. Ook voor de moeder hadden we allerlei dingen mee: suiker, koffie, olie, boter, … allemaal dingen die nogal duur zijn en die ze zelf niet kunnen kopen. Daar hebben we dan nog een beetje getetterd over ons leven in België bij een zelfgemaakt drankje en koekjes. Het was een heel leuke ervaring! Na het bezoek wilden we zo snel mogelijk weg uit Portoviejo. Een busrit van 4 uur bracht ons naar Guayaquil waar we onze laatste dag hebben doorgebracht.
Guayaquil was vroeger een van de gevaarlijkste steden van Zuid-Amerika. De laatste 10 jaar hebben ze het imago proberen te veranderen door het veiliger te maken. De nieuwe boulevard langs de rivier wordt zwaar bewaakt en op alle toeristische plekken was security aanwezig. Na te slenteren langs de boulevard hebben we zo’n 500 trappen beklommen op de enigste berg in de stad en hadden we een mooi overzicht van de stad. Daarna zijn we nog naar een historisch park geweest dat in 3 delen was opgedeeld: soort zoo met lokale dieren (leguanen, papagaaien, krokodillen, aapjes, …), een imitatie van de stad Guayaquil van rond de jaren 1900 en een gedeelte hoe ze tonen hoe mensen op het platteland/jungle leven en overleven. ’s Avonds wilden we nog eens goed gaan uiteten voor onze laatste avond, maar zoals eens te meer was het niet gemakkelijk om een deftig restaurant te vinden…
De volgende dag moesten we vroeg uit de veren om ons vliegtuig te halen. In tegenstelling tot de heenvlucht, die rechtstreeks was, was de terugvlucht opgedeeld in 2 delen. Van Guayaquil tot Lima, uitgevoerd door LAN Ecuador en van Lima naar Buenos Aires, uitgevoerd door LAN Argentina. En het verschil was te merken!! Bij LAN Ecuador verliep alles perfect: geen vertragingen, goede bediening, elk z’n eigen schermpje, … maar bij LAN Argentina liep alles mis wat maar mis kon lopen: een vertraging van zogezegd 5 minuten die uitliep tot 2 uur, onvoldoende drank aan boord, een tvscherm dat altijd maar vastliep … Met deze ergernissen werden we weer helemaal klaargestoomd om opnieuw 5 maand om te gaan met dergelijke Argentijnse situaties die bij ons gewoon niet denkbaar zijn! Welcome back in Argentina :)
Het was een prachtige vakantie. Voor ons een van de eerste keren om in een gans nieuwe cultuur ondergedompeld te worden, een cultuur dat los staat van onze westerse cultuur. Dat maakte het heel speciaal, langs de andere kant misten we wel de veiligheid die bij ons gebruikelijk is. Constant moesten we op ons hoede zijn en dat maakte het soms wel lastig. Niemand konden we vertrouwen, alles vonden we wel een beetje verdacht. Je las en hoorde het overal: midden in een busrit kon een medepassagier een pistool tegen het hoofd van de buschauffeur houden om de bus te stoppen en alle valliezen te doorzoeken naar waardevolle spullen. Daarom hebben we nooit ‘s nachts een bus genomen, omdat de kans bij klaarlichte dag kleiner is op zo’n toestanden. Een nieuwe hype is ook dat men je een flyer geeft met wat verdovend spul op, dit in je gezicht duwt en je vervolgens berooft. Hetzelfde met een sigaret: ze vragen je een vuurtje, ze blazen verdovende rook uit in je gezicht en weg zijn ze met je spullen! Bovendien zijn ze niet alleen niet te vertrouwen, ik vind ze ook een beetje arrogant… Ze staan niet te springen om elkander te helpen. Elk heeft zijn eigen wereldje en je moet er zelf zien te geraken. Het leven is er heel hard! Ook kunnen ze goed liegen om hun handeltje te verkopen, wat vaak wel frustrerend was. Ik vroeg altijd een bus met een toilet, ze verzekerden dat er zeker een toilet zou zijn omdat het een van hun nieuwste bussen was, maar uiteindelijk was het een bus dat nog net met z’n metalen framen aan elkaar hing en waar er geen toilet te bespeuren was. Ze beloofden ons een rechtstreekse bus, terwijl de bus om de 5 minuten een stop hield. Ze beloofden ons in de tour vis (daarvoor hadden we betaald), uiteindelijk kregen we voor de verandering alleen maar kip voorgeschoteld. Volgens ons is er dus een groot gat in de markt op gebied van toerisme: betrouwbare reisorganisaties en daarnaast ook wat luxueuzere overnachtingsmogelijkheden. (Toen Annelies zo ziek was, zochten we naar een iets fatsoenlijker hotel: stenen muren, airco, deftige badkamer, fatsoenlijk eten … maar dit was gewoon nergens te vinden!) Dan besef je toch maar dat het leuk is om zo’n landen te bezoeken, maar dat je wel beseft dat deze situaties maar tijdelijk zijn en dat je iets verder weg een aangenamere thuisomgeving staat te wachten!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten