De grote vraag die alle mensen elke keer opnieuw aan me stellen : wat doe je daar eigenlijk alle dagen? Jij hebt er zo'n leuk leven, had ik het maar ook ...
Een ex- collega'tje van mij, Erika Flach, schreef er een artikel over. Ik hoop dat bij deze de denkebeelden over het prachtige expatbestaan voor eens en altijd van de baan zijn!
Klats! Daar dook de gevreesde tenenkrommende vraag weer eens op. De vraag waar alle expatpartners van gruwen. De vraag luidt als volgt: ‘Wat doe jij dan zo heel de dag?’. Toen ik nog een kunstacademiestudent was, bestond er ook zo’n heerlijke tergende kwestie die buitenstaanders blijkbaar bezig hield. Dan vroegen ze: ‘Kunstenaar zijn, brengt dat nog een beetje brood op de plank?’. Blèh. Komt het door het type mens die dit soort vragen stelt? Dat zou heel goed kunnen, het helpt in ieder geval mee, want vreemd genoeg is het wel altijd hetzelfde type, type doe-maar-normaal-dan-doe-je-al-gek-genoeg. Type het-moet-wel-in-mijn-hokje-passen-anders-snap-ik-het-niet. Even voor de duidelijkheid: de intonatie van hoe de vraag gesteld wordt, is erg belangrijk. Uiteraard zijn er ook welwillende oprecht geïnteresseerde mensen in je naaste omgeving die gewoon graag willen weten waar je je dagen mee vult. Over die mensen gaat het natuurlijk niet.
Het zal voornamelijk iets in mij zijn, dat ik van binnen steiger als ik dat soort vragen hoor. Maar wat is het precies en hoe komt het dat andere expatpartners er ook last van hebben? Omdat de vragen iets impliceren. De vraagsteller heeft al een antwoord in z’n hoofd, bijvoorbeeld: Kunst gaat je niks opbrengen en jij leeft van mijn belastingcenten. Het andere antwoord is: Jij doet natuurlijk helemaal niks en teert op het geld van je partner.
Toen ik informeerde bij mijn vriendinnen die in hetzelfde schuitje zitten naar hun reactie op de vraag der vragen, zei één dame: ‘alles en niets’. Dat vond ik wel mooi gevonden. Het is ook waar. Maar mijn respons was de laatste keer: ‘schilderen’. En daarna droop er een slap verhaaltje uit mijn smoelwerkje met woorden daarin als ‘kunstacademie’ en zinnen als ‘kan m’n werk overal ter wereld doen’ bladiebladiebladiebla. De vragenstelster in kwestie zei daarop: ‘Oh leuk en die schilderijen, verkoop je die dan?’. Ja hoor, sla me maar weer om de oren met je brood en je plank.
Het is een droom voor velen. Een leven zonder verantwoordelijkheden, niet werken, doen wat je wil, toekomen aan alles waar je nooit tijd voor had, de zon op je kop, een mooi huis en over geld geen zorgen. Een gevleugelde uitspraak van mijn moeder is: ‘Werken was een straf van God’. Daar ben ik dus lekker onderuitgekomen. Maar mijn moeder heeft ongelijk. Een job zorgt ervoor dat je niet de hele dag met je eigen gedachten in de weer bent, maar je op je werk kan concentreren. Een baan geeft je eigenwaarde en niet te vergeten sociale contacten. Partners die meegaan naar het buitenland en soms zelfs niet mogen werken, kunnen in een lastig parket verzeild raken. Veel te veel tijd om na te denken, tanend zelfvertrouwen en steeds maar nieuwe vrienden moeten zoeken. Sommige mensen bezwijken aan de illusie van het gelukzalige nietsdoen. Teruggaan naar het thuisland heeft in vele gevallen te maken met de drang van de zonder werk zittende echtgenoot of echtgenote. Daarom hebben we zo’n hekel aan die vraag. Het niet hebben van werk is onze achilleshiel. We hebben alles, maar kunnen niet zeggen wat we zijn. Wij zijn de gedweeë sufferdjes die ouderwetsig met het eten zitten te wachten totdat de kostwinner thuis komt. Juist onze generatie is met het idee opgegroeid dat je alles kon worden wat je wilde zijn. En wat wilde je worden? In ieder geval iets waarin je je talenten volledig kwijt kon en een klein beetje status was ook wel welkom. O ja en was het niet ontzettend belangrijk om financieel onafhankelijk te zijn in deze tijd? En nu? Wat ben jij? Wat doe je? Wat doe je zo precies de hele dag?
Jaren geleden toen een collega van mijn echtgenoot naar mijn dagelijkse bezigheden vroeg, repliceerde ik: ‘Bijzonder dat die vraag altijd aan ons gesteld wordt, maar wat doe JIJ eigenlijk heel de dag?’. Dat was best een slimme zet van mij, al zeg ik zelf. Want het laat zien dat het een vreemde vraag is. Alsof je verantwoordelijkheid moet afleggen voor wat je doet. Alsof je een hele lijst moet opgeven. En wat kan de werkende mens antwoorden, als hij echt moet zeggen wat hij/zij de hele dag uitspookt. En is dat interessant voor jou als toehoorder?
Elke dag werk ik er hard aan om mijn gedachten te kanaliseren, om mezelf te entertainen en mijn sociale netwerk op peil te houden. Ik schilder, ik kook, ik mail, ik skype, ik facebook, ik lunch, ik volg portugese les, ik maak schoon, ik kijk tv, ik lees, ik doe de was, ik maak een uitstap, ik doe boodschappen, ik klus, ik zwem, ik geniet. O ja en ik schrijf stukjes over dit soort tenenkrommende vragen.
Samen met mijn partner trek ik de wereld rond voor zijn job. Graag deel ik met jullie mijn wereldwijde indrukken en ervaringen. In het buitenland leven is natuurlijk niet hetzelfde als reizen in datzelfde land. En wat in België vanzelf gaat, moet je in onze situatie de nodige energie steken om je leven op te bouwen. Maar wat je in ruil krijgt, is meer dan de moeite waard: de levenservaringen en de multiculturele vriendschappen. Ik ben zo blij met de keuze die we maakten om een expat te zijn :)
woensdag 14 december 2011
dinsdag 13 december 2011
Mendoza 11/10/2011 – 14/10/2011
Zoals gewoonte vliegen we er in het midden van onze torn eens tussenuit. Dit keer ging de reis naar Mendoza, ten westen van Buenos Aires, zo’n 2 uurtjes vliegen. Mendoza ligt aan de voet van de Andes met z’n 3500 meter hoge bergen, op 4 uur rijden van de Chileense grens en is bekend om zijn heerlijke wijnen!
Zoals altijd hadden we ons weer een druk schema opgelegd voor de komende 4 dagen. De start was wel wat vals. Staking in de luchthaven in Buenos Aires (ze staken er deze dagen meer, dan dat ze echt werken). Maar met een 2 uurtjes vertraging toch kunnen opstijgen richting Mendoza.
De eerste dag zijn we Mendoza stad zelf gaan verkennen. Beetje rondwandelen in de straten en parken. Wat mij opviel aan deze stad: ze heeft echt veel parken met mooie fonteinen en wandelpaden. Tegen de avond hebben we dan onze activiteiten voor de komende dagen gaan vastleggen. De keuze was vlug gemaakt.
De tweede dag gingen we dan de avontuurlijke weg op. Na een ganse Argentijnse regeling kwamen we 2h later dan voorzien op onze locatie aan. De eerste activiteit was met de quad gaan rijden. We dachten dat dit in groep ging zijn, maar tot onze eigen verbazing waren we alleen met de begeleider. Wat natuurlijk super was. Beetje rondcrossen in het voorgebergte van de Andes, met op de achtergrond de echte bergen. Na een uurtje zat de tour erop en konden we vlug iets gaan eten om dan naar de tweede activiteit gebracht te worden: Raften. Dit was wel in een groep, 3 boten van elk 6 man. We zaten in een goede boot met paar sterke mannen en een goeie begeleider. De raft was van categorie III. Dit is nogal straf, want de categorieën gaan tot V. Om maar te vermelden dat er in de andere boot mensen uitgevallen waren bij een van de vele wildere passages. Wij bleven gelukkig allemaal in de boot, al scheelde het soms niet veel. Na opnieuw een uur gepeddeld te hebben, mochten we ons omkleden en opnieuw op de bus naar de stad. Het weer was sinds de namiddag wat omgeslaan van stralende zon naar bewolking. Tegen de avond sloeg het noodlot toe: een hels onweer met bakken water die uit de lucht vielen. Op die ene avond viel 1/4 van de totale hoeveelheid regen die er normaal op 1 jaar valt. Dus de lokale mensen gelukkig, de toeristen iets minder.

De derde dag deden we een begeleide tour genaamd ‘alta montaña’ (hoog gebergte). Deze tour nam ons mee naar het hartje van de Andes: we zagen de Aconcagua (hoogste berg van Amerikaans continent met zijn 6962 m), de grensovergang met Chili (een tunnel van 3 kilometer lang dwars door de Andes gebouwd), la puente de inca, dorp waar de film ‘Seven Years in Tibet’ werd opgenomen, de eeuwige sneeuw ( door de regenval van de nacht ervoor lag er meer sneeuw dan anders in het gebergte) … fantastisch!


Tot nog toe hadden we ons nog niet verdiept in de wijncultuur van Mendoza (70 procent van de Argentijnse wijnen komen uit Mendoza), dus dit stond de laatste dag op het programma: we huurden een fiets en reden langs de vele wijnbodega’s in Maipu (op zo’n 16 kilometer van de stad Mendoza) waar we af en toe eens halt hielden om zelf te proeven en te genieten van de rode wijnen! Het was ook vooral genieten van het landschap : in de verte zie je de toppen van de Andes, terwijl je aan de andere kant niets ander ziet dan vlakte en de uitgestrekte wijnvelden!

Tegen de avond namen we het vliegtuig terug naar BsAs (deze keer maar 30 min vertraging) en zo zat onze locale vakantie er weeral op en konden we er weer tegenaan voor de 2 maanden die ons nog resten tot de volgende vakantie.
PS fotos te zien via volgende link:
https://picasaweb.google.com/pieterjan.deleersnyder/MendozaOkt2011#
Zoals altijd hadden we ons weer een druk schema opgelegd voor de komende 4 dagen. De start was wel wat vals. Staking in de luchthaven in Buenos Aires (ze staken er deze dagen meer, dan dat ze echt werken). Maar met een 2 uurtjes vertraging toch kunnen opstijgen richting Mendoza.
De eerste dag zijn we Mendoza stad zelf gaan verkennen. Beetje rondwandelen in de straten en parken. Wat mij opviel aan deze stad: ze heeft echt veel parken met mooie fonteinen en wandelpaden. Tegen de avond hebben we dan onze activiteiten voor de komende dagen gaan vastleggen. De keuze was vlug gemaakt.
De tweede dag gingen we dan de avontuurlijke weg op. Na een ganse Argentijnse regeling kwamen we 2h later dan voorzien op onze locatie aan. De eerste activiteit was met de quad gaan rijden. We dachten dat dit in groep ging zijn, maar tot onze eigen verbazing waren we alleen met de begeleider. Wat natuurlijk super was. Beetje rondcrossen in het voorgebergte van de Andes, met op de achtergrond de echte bergen. Na een uurtje zat de tour erop en konden we vlug iets gaan eten om dan naar de tweede activiteit gebracht te worden: Raften. Dit was wel in een groep, 3 boten van elk 6 man. We zaten in een goede boot met paar sterke mannen en een goeie begeleider. De raft was van categorie III. Dit is nogal straf, want de categorieën gaan tot V. Om maar te vermelden dat er in de andere boot mensen uitgevallen waren bij een van de vele wildere passages. Wij bleven gelukkig allemaal in de boot, al scheelde het soms niet veel. Na opnieuw een uur gepeddeld te hebben, mochten we ons omkleden en opnieuw op de bus naar de stad. Het weer was sinds de namiddag wat omgeslaan van stralende zon naar bewolking. Tegen de avond sloeg het noodlot toe: een hels onweer met bakken water die uit de lucht vielen. Op die ene avond viel 1/4 van de totale hoeveelheid regen die er normaal op 1 jaar valt. Dus de lokale mensen gelukkig, de toeristen iets minder.
De derde dag deden we een begeleide tour genaamd ‘alta montaña’ (hoog gebergte). Deze tour nam ons mee naar het hartje van de Andes: we zagen de Aconcagua (hoogste berg van Amerikaans continent met zijn 6962 m), de grensovergang met Chili (een tunnel van 3 kilometer lang dwars door de Andes gebouwd), la puente de inca, dorp waar de film ‘Seven Years in Tibet’ werd opgenomen, de eeuwige sneeuw ( door de regenval van de nacht ervoor lag er meer sneeuw dan anders in het gebergte) … fantastisch!
Tot nog toe hadden we ons nog niet verdiept in de wijncultuur van Mendoza (70 procent van de Argentijnse wijnen komen uit Mendoza), dus dit stond de laatste dag op het programma: we huurden een fiets en reden langs de vele wijnbodega’s in Maipu (op zo’n 16 kilometer van de stad Mendoza) waar we af en toe eens halt hielden om zelf te proeven en te genieten van de rode wijnen! Het was ook vooral genieten van het landschap : in de verte zie je de toppen van de Andes, terwijl je aan de andere kant niets ander ziet dan vlakte en de uitgestrekte wijnvelden!
Tegen de avond namen we het vliegtuig terug naar BsAs (deze keer maar 30 min vertraging) en zo zat onze locale vakantie er weeral op en konden we er weer tegenaan voor de 2 maanden die ons nog resten tot de volgende vakantie.
PS fotos te zien via volgende link:
https://picasaweb.google.com/pieterjan.deleersnyder/MendozaOkt2011#
vrijdag 9 december 2011
Vlaams Klasje in Buenos Aires
Sinds het begin van ons verblijf hier in Buenos Aires komen wij regelmatig samen met de VIA vereniging = Vlamingen in Argentinië (http://vlamingeninargentina.skynetblogs.be/).
Er worden allerlei leuke initiatieven georganiseerd door de vertegenwoordigster Rein Remaut zoals een maandelijks etentje, een asado, een leuke tour, een uitstap naar Tigre … De Vlamingen in Argentinië hebben elk hun eigen verhaal: de ene zit hier voor het werk, de andere zit hier voor het genot, de andere voor de liefde … De nadruk lag echter vooral op de volwassenen, maar al enkele maanden speelde het idee om ook iets voor de kinderen te organiseren. Rein zocht iemand om Nederlandse les te geven aan de kinderen, ik zag het klasje eerder als op een spelende wijze bezig te zijn met de Nederlandse taal aangezien de ene 5 jaar is, de andere 10 jaar, de ene geen woord Nederlands kan, de andere geen woord Spaans (Bovendien bestaat er een officiële Nederlandse school hier in Buenos Aires: de knikkers). ‘Chocolade mate’ was geboren! Om de twee weken komen we op de zaterdag 2 uurtjes samen met alle Vlaamse kindjes. Elke week probeer ik iets origineels uit: muzikale pak, een ganzenbordspel, we knutselden een mijter voor sinterklaas, we werkten rond het thema van de smurfen … Ik amuseer me enorm, en ik heb het gevoel dat ook de kinderen het heel plezant vinden aangezien ze elke week enthousiast terugkomen :)!
Voor de Vlamingen in Argentinië hebben we enkele maanden geleden ook nog iets anders georganiseerd: een quiz voor alle Vlamingen en Nederlanders in Argentinië. Het was een hele leuke avond, maar bracht eerlijk gezegd ook wel veel stress met zich mee want zo’n grote quiz organiseren met 3 is niet niks!
Zie hieronder een artikeltje:
De kwis der lage landen was weer een groot succes. Meer dan 60 personen waren aanwezig om te strijden voor de wisselbeker tussen Nederland en België. Dit is reeds het derde jaar op rij dat Ellen Vanden Broucke mee de kwis organiseert. Dit jaar moest ze Heleen De Vos vervangen door Annelies Vercruysse. De kwaliteit leed er niet onder, hoewel we Heleen nog steeds missen. Annelies en Ellen zetten een grandioze avond neer. Tot in de puntjes verzorgt, samen met de vriend van Annelies, Pieterjan Deleersnijder. Hij verzorgde al de technische snufjes. De vragen mochten er zijn: wie zijn de presidenten van de Zuid-Amerikaanse landen, wie was het model dat uit de kleren ging bij Tinelli, mag je slapen in je auto in België en mogen wielerterroristen van het fietspad in Nederland?

De winnaars hebben dan ook een pracht resultaat neergezet, zij wonnen los op kop met 10 punten verschil, het team met Tom Dieusaert, Tom Ceuppens, Eric De Bats en Dennis Vandeputte, alias Nationale Bank Alfons Verplaetse. Zij mogen trots zijn dat ze de eerste Belgische overwinning in de wacht hebben gesleept. En ze wonnen een heerlijk flesje wijn en elk een abonnement op VIW.

De geslaagde avond was ook te danken aan het warme en gezellige onthaal in Via Via, Kaat Elsen was weer in form! Ook hartelijk dank aan de Nederlandse afgevaardiging. Zij waren talrijk aanwezig en zorgde voor een gezellige ambiance. Bedankt aan Andre Das voor zijn inzet en enthousiasme om dit event als een traditie verder te zetten.
Hopelijk iedereen terug volgend jaar bij de Nederlanders!
Er worden allerlei leuke initiatieven georganiseerd door de vertegenwoordigster Rein Remaut zoals een maandelijks etentje, een asado, een leuke tour, een uitstap naar Tigre … De Vlamingen in Argentinië hebben elk hun eigen verhaal: de ene zit hier voor het werk, de andere zit hier voor het genot, de andere voor de liefde … De nadruk lag echter vooral op de volwassenen, maar al enkele maanden speelde het idee om ook iets voor de kinderen te organiseren. Rein zocht iemand om Nederlandse les te geven aan de kinderen, ik zag het klasje eerder als op een spelende wijze bezig te zijn met de Nederlandse taal aangezien de ene 5 jaar is, de andere 10 jaar, de ene geen woord Nederlands kan, de andere geen woord Spaans (Bovendien bestaat er een officiële Nederlandse school hier in Buenos Aires: de knikkers). ‘Chocolade mate’ was geboren! Om de twee weken komen we op de zaterdag 2 uurtjes samen met alle Vlaamse kindjes. Elke week probeer ik iets origineels uit: muzikale pak, een ganzenbordspel, we knutselden een mijter voor sinterklaas, we werkten rond het thema van de smurfen … Ik amuseer me enorm, en ik heb het gevoel dat ook de kinderen het heel plezant vinden aangezien ze elke week enthousiast terugkomen :)!
Voor de Vlamingen in Argentinië hebben we enkele maanden geleden ook nog iets anders georganiseerd: een quiz voor alle Vlamingen en Nederlanders in Argentinië. Het was een hele leuke avond, maar bracht eerlijk gezegd ook wel veel stress met zich mee want zo’n grote quiz organiseren met 3 is niet niks!
Zie hieronder een artikeltje:
De kwis der lage landen was weer een groot succes. Meer dan 60 personen waren aanwezig om te strijden voor de wisselbeker tussen Nederland en België. Dit is reeds het derde jaar op rij dat Ellen Vanden Broucke mee de kwis organiseert. Dit jaar moest ze Heleen De Vos vervangen door Annelies Vercruysse. De kwaliteit leed er niet onder, hoewel we Heleen nog steeds missen. Annelies en Ellen zetten een grandioze avond neer. Tot in de puntjes verzorgt, samen met de vriend van Annelies, Pieterjan Deleersnijder. Hij verzorgde al de technische snufjes. De vragen mochten er zijn: wie zijn de presidenten van de Zuid-Amerikaanse landen, wie was het model dat uit de kleren ging bij Tinelli, mag je slapen in je auto in België en mogen wielerterroristen van het fietspad in Nederland?

De winnaars hebben dan ook een pracht resultaat neergezet, zij wonnen los op kop met 10 punten verschil, het team met Tom Dieusaert, Tom Ceuppens, Eric De Bats en Dennis Vandeputte, alias Nationale Bank Alfons Verplaetse. Zij mogen trots zijn dat ze de eerste Belgische overwinning in de wacht hebben gesleept. En ze wonnen een heerlijk flesje wijn en elk een abonnement op VIW.

De geslaagde avond was ook te danken aan het warme en gezellige onthaal in Via Via, Kaat Elsen was weer in form! Ook hartelijk dank aan de Nederlandse afgevaardiging. Zij waren talrijk aanwezig en zorgde voor een gezellige ambiance. Bedankt aan Andre Das voor zijn inzet en enthousiasme om dit event als een traditie verder te zetten.
Hopelijk iedereen terug volgend jaar bij de Nederlanders!
Shoestringreis Argentinië – Paraguay – Brazilië
16 oktober was het eindelijk zo ver! Het heeft me bloed, zweet en tranen gekost, maar eindelijk mocht ik een reis begeleiden door het prachtige Argentinië, Paraguay en Brazilië! Ik was er altijd over aan het dromen : reizen en werken op hetzelfde moment, fantastisch! Toen ik de aanbieding kreeg, heb ik geen seconde getwijfeld! Maar toen het dichterbij kwam, kwam ik elke dag maar zenuwachtiger en zenuwachtiger: ik zou alleen met 10 actieve Hollanders door 3 landen trekken, waarvan ik de helft van de locaties zelf niet had bezocht. Maar goed voorbereid en na enkele skypegesprekken met mijn ‘baas’, zag ik het helemaal zitten!
Op de luchthaven viel er el een pak van mijn schouders: allemaal enthousiaste, jonge mensen en geen “speciallekes”. Want ja, je weet maar nooit hé! :) De eerste 4 dagen waren voor mij ‘peace of cake’. Ik mocht de mensen de stad (Buenos Aires) laten tonen waar ik zo van hou, met zijn prachtige gebouwen, de mix aan culturen, zijn bruisend nachtleven en verborgen kantjes die eigenlijk niemand ziet als toerist. Voor mij begon het echte avontuur pas bij de busrit (die overigens 12 uur duurde) naar Paraguay.
De eerste stop was Encarnacion, Paraguay. Een heel rustig dorpje op een uurtje rijden van de grens van Argentinië. Na 4 dagen intensief de toerist uit te hangen in BsAs, vonden we het onszelf wel gegund om een dagje rond het zwembad te hangen en niets te doen. Buiten de jezuïetenmissies valt er eigenlijk niets te beleven … Sinds kort bestaat een variatie op de klassieke tour : een avondtour met kaarslicht en gregoriaanse muziek. Ik gaaf aan de groep beide keuzes, maar iedereen stemde om de avondtocht te doen. We bezochten de ruïna de Trinidad, dat samen met de ruïna de Jesus op de lijst van UNESCO werelderfgoed staat. De Jezuïeten bekeerden de indígenas tot het christendom en lieten hen dan een kerk, huizen, schooltjes, … bouwen en er werd zo een gemeenschap gecreëerd. Zo konden ze relatief rustig leven en genoten ze van de bescherming van de jezuïeten, want als ze in Spaanse of Portugese handen vielen, wachtte hen een leven in slavernij. Uiteindelijk werden de missies vernietigd, de Jezuïeten vluchtten weg en de indígenas werden gedood of als slaven weggevoerd. De film ‘The Mission’ geeft eigenlijk een mooie weergave van het leven in zo’n missiepost.
Slechts één nacht verbleven we in Encarnacion, de volgende dag bracht ons een busje naar Iguazu. Hiervoor moesten we door Ciudad del Este, dat op de grens ligt van Paraguy en Brazilië. Voor mij de vreselijkste grensovergang ooit! Ik voelde mij eventjes in China (ook al ben ik er nog nooit geweest… :)) Overal stonden toeterende auto’s, het zweet liep van mijn gezicht, ik kon mij niet uitdrukken want niemand sprak spaans/engels/Frans -> alleen maar Portugees, het stonk er naar … , soldaten stonden er met gigantische mitrailletten, … Bon, ik heb het overleefd! Na 2 uur wachten op de grensovergang en de juiste papieren in bezit te krijgen mochten we door naar Foz do Iguazu (Brazilië). Toen ik eerder naar Iguazu was geweest, verbleven wij in Puerto Iguazu (Argentinië), wat ik persoonlijk veel gezelliger vind. Puerto Iguazu is klein en gezellig, straalt de charme uit van een typische Argentijnse kleine stad. Foz do Iguazu is eigenlijk aan de rand gebouwd van Ciudad del Este, hier heb je meer het gevoel in een handelsstad te verblijven: veel winkels, hoge en lelijke appartementsgebouwen, veel verkeer… Maar wat Puerto Iguazu wel heeft: het heerlijke Braziliaanse fruit dat ik in nog geen enkel ander land heb geproefd!!! In Foz do Iguazu bleven we 2 nachtjes. De watervallen waren voor velen een van de hoogtepunten van de reis. Ook ik stond er opnieuw van versteld hoe mooi de natuur toch kan zijn!

De eerste dag deden we de Argentijnse kant en gingen we met een boot tot tegen de watervallen, de tweede dag genoten we van het overzicht aan de Braziliaanse kant en deden enkelen een helikoptervlucht boven de watervallen. Hier was ook constant een lokale gids van Iguazu zelf. Best wel handig, zo kon ik ook eventjes wat rustmomenten inlassen. ’s Avonds stond ons opnieuw een vermoeiende reis te wachten : een busreis van zo’n 16 uur. Nu, dat werd verondersteld, want ….
Ik dacht dat Argentinië een land was om onnozel van te komen, maar die dag maakte me duidelijk dat het overal erger kan! Niets gemakkelijker dan een nachtbus: je gaat slapen en als je wakker komt, ben je bijna op de gewenste bestemming. 5 uur ’s morgens stonden we langer stil dan normaal (elke 2 uur was er een kleine stop). Helemaal raar was dat na een tijdje ook de motor werd afgelegd en bijgevolg ook de airco: het was nog steeds tegen de 30 graden en de bus zat helemaal vol met slapende mensen, niet zo’n leuk gevoel dus … Toen ik naar buiten ging werd me gauw duidelijk dat er echt iets mis was. Er waren problemen met de afkoeling van de motor. Slechts enkele van de groep waren hierdoor wakker gekomen en kregen het nieuws te horen. De buschauffeur belde naar de maatschappij, maar iedereen lag natuurlijk te slapen… Daar stonden we dan : in een godvergeten dorpje in het binnenland van Brazilië. Stilletjes aan kwam iedereen wakker. Op zo’n momenten is het toch niet zo leuk om de gids te zijn: de bus is kapot, er komt een andere op komst, maar we weten niet wanneer. Uiteindelijk stond er 2.5 uur later een bus voor onze neus, MAAR dit was waarschijnlijk een bus dat niet meer werd gebruikt, maar in ons noodgeval werd gebruikt om ons naar Camp Grande te voeren. De stank was niet te houden (kwam van het toilet achteraan de bus), de airco was kapot, de zetels konden amper achteruit … Nog 5 uur te gaan! Maar oké, we blijven positief, want onze bestemming kwam dichterbij! MAAR nog geen uurtje later : BAAAAAAAAAAAAAANG !!! Een klapband … Iedereen uit de bus, kijken naar de schade. De buschauffeur op zoek naar een reserveband, maar je kan het waarschijnlijk wel al raden : helemaal geen materiaal om die reserveband erop te steken. Gelukkig hadden wij twee handige harry’s in de groep en hebben dit karwei op zich genomen. Met een eigen constructie zijn ze er in geslaagd om de band erop te krijgen, ik was zo fier op hen!

Uiteindelijk kwamen we tegen 13 uur aan in Campo Grande. Van daaruit stond er ons nog een busreis van 5 uur te wachten naar onze lodge. Iedereen was bekaf, ik ook, maar op zo’n momenten raap je gewoon al je energie bijeen en blijf je lachen! Het laatste uur zaten we in een truck door de Pantanal. Op dit moment was iedereen zo blij dat we er eindelijk waren! Door het kampvuur en de heerlijke caïpirinha’s waren onze frustraties van die dag al snel vergeten! De volgende dag gingen we in de voormiddag per motorboot dieren spotten in het moeras, zijn we op de middag piranha’s gaan vangen en deden we in de late namiddag een leuke wandeling. In de omgeving van de lodge leven veel diersoorten: Kaaimannen, apen, vossen, (dwerg)herten, papegaaien, toekans, gordeldieren, anaconda's, capibara’s, leguanen …


We verbleven slechts een volledige dag in de Pantanal. In 2 weken de twee grootste landen van Zuid-Amerika bezoeken, brengt met zich mee dat er verschrikkelijk veel gereisd moet worden. Van onze lodge in de Pantanal werden we naar de luchthaven in Campo Grande gebracht waar we onze vlucht naar Rio hadden. Mijn verwachtingen over Rio waren groot: er werden films over gemaakt, liedjes over geschreven, ideeën over gecreëerd dat alles er zo fantastisch is. En ja, I LOVE RIO !!!! De bruisende miljoenenstad Rio ligt aan zee en heeft prachtige brede stranden en ruige rotsachtige heuvels. De bewoners van Rio, 'cariocas' genoemd, zijn gemoedelijk, vriendelijk, zelfbewust, houden van muziek, nachtleven en, zoals de meeste Brazilianen, van voetbal. Voor muziek, dans en sfeer wordt hier alles opzij gelegd! En ook aan de strandlichaamscultuur doet bijna iedereen mee: sporten om vervolgens je mooie lijf te kunnen tonen. Er wordt uitbundig en intens geleefd! De eerste dag deden we een stadstour: we beklommen de 700 m hoge Corcovado met het beroemde 38 m grote Christusbeeld, “Christo Redendor”, dat de stad letterlijk omarmt en beschermt. De uitzichten vanaf de heuvel over de stad en de baai met zijn vele kleine eilandjes zijn adembenemend. We bezochten het historische centrum, namen een kijkje in de wereldberoemde sambadrum, slenterden door de prachtige wijk Santa teresa en rustten wat uit op het wereldberoemde strand Copacabana.

De volgende dag zagen we de stad van een andere kant: we deden een tour in de grootste en de kleinste favella van Rio de Janeiro. De armenwijken of krottenwijken bestaat uit allemaal zelfgebouwde, vaak illegale huisjes die tegen de rotshellingen zijn neergezet. Men denkt dat er circa 400 favela's zijn waarin in totaal wel eens 1,5 miljoen mensen kunnen wonen. Na deze tour werd mijn idee over een favella bijgesteld … Mensen leven er eigenlijk op dezelfde manier als ons: zij hebben ook stromend water, gaan naar school, hebben een gimnasio om de hoek, hebben een telefoon … alleen is het allemaal iets minder luxueus. Waar ik ook zo van versteld van stond was het gemeenschapsgevoel dat leefde in zo’n favella (vooral dan in de kleine): Iedereen kent er iedereen, overal zie je mensen praten en bij elkaar op bezoek gaan. Er werd ons ook verteld dat het er bijna niet onveilig kan zijn doordat de maffia harde straffen heeft voor de misdadigers in de favella. Onze laatste avond zijn we geëindigd in een hele leuke sambaclub in Lapa, fantastisch! Ongelooflijk wat die Brazilianen allemaal kunnen met hun kont :)

Hoewel de tijd voorbij vloog, was ik toch wel blij dat de reis op z’n einde was. Best wel vermoeiend om dag in dag uit reisbegeleidster te zijn, maar langs de andere kant is het zo’n leuke uitdaging!! Ik sta al te popelen om mijn volgende reis te begeleiden :)
Voor de fotos verwijs ik naar onze picasawebsite (klik op foto hiernaast: Shoestring Arg-Par-Bra)
Op de luchthaven viel er el een pak van mijn schouders: allemaal enthousiaste, jonge mensen en geen “speciallekes”. Want ja, je weet maar nooit hé! :) De eerste 4 dagen waren voor mij ‘peace of cake’. Ik mocht de mensen de stad (Buenos Aires) laten tonen waar ik zo van hou, met zijn prachtige gebouwen, de mix aan culturen, zijn bruisend nachtleven en verborgen kantjes die eigenlijk niemand ziet als toerist. Voor mij begon het echte avontuur pas bij de busrit (die overigens 12 uur duurde) naar Paraguay.
De eerste stop was Encarnacion, Paraguay. Een heel rustig dorpje op een uurtje rijden van de grens van Argentinië. Na 4 dagen intensief de toerist uit te hangen in BsAs, vonden we het onszelf wel gegund om een dagje rond het zwembad te hangen en niets te doen. Buiten de jezuïetenmissies valt er eigenlijk niets te beleven … Sinds kort bestaat een variatie op de klassieke tour : een avondtour met kaarslicht en gregoriaanse muziek. Ik gaaf aan de groep beide keuzes, maar iedereen stemde om de avondtocht te doen. We bezochten de ruïna de Trinidad, dat samen met de ruïna de Jesus op de lijst van UNESCO werelderfgoed staat. De Jezuïeten bekeerden de indígenas tot het christendom en lieten hen dan een kerk, huizen, schooltjes, … bouwen en er werd zo een gemeenschap gecreëerd. Zo konden ze relatief rustig leven en genoten ze van de bescherming van de jezuïeten, want als ze in Spaanse of Portugese handen vielen, wachtte hen een leven in slavernij. Uiteindelijk werden de missies vernietigd, de Jezuïeten vluchtten weg en de indígenas werden gedood of als slaven weggevoerd. De film ‘The Mission’ geeft eigenlijk een mooie weergave van het leven in zo’n missiepost.
Slechts één nacht verbleven we in Encarnacion, de volgende dag bracht ons een busje naar Iguazu. Hiervoor moesten we door Ciudad del Este, dat op de grens ligt van Paraguy en Brazilië. Voor mij de vreselijkste grensovergang ooit! Ik voelde mij eventjes in China (ook al ben ik er nog nooit geweest… :)) Overal stonden toeterende auto’s, het zweet liep van mijn gezicht, ik kon mij niet uitdrukken want niemand sprak spaans/engels/Frans -> alleen maar Portugees, het stonk er naar … , soldaten stonden er met gigantische mitrailletten, … Bon, ik heb het overleefd! Na 2 uur wachten op de grensovergang en de juiste papieren in bezit te krijgen mochten we door naar Foz do Iguazu (Brazilië). Toen ik eerder naar Iguazu was geweest, verbleven wij in Puerto Iguazu (Argentinië), wat ik persoonlijk veel gezelliger vind. Puerto Iguazu is klein en gezellig, straalt de charme uit van een typische Argentijnse kleine stad. Foz do Iguazu is eigenlijk aan de rand gebouwd van Ciudad del Este, hier heb je meer het gevoel in een handelsstad te verblijven: veel winkels, hoge en lelijke appartementsgebouwen, veel verkeer… Maar wat Puerto Iguazu wel heeft: het heerlijke Braziliaanse fruit dat ik in nog geen enkel ander land heb geproefd!!! In Foz do Iguazu bleven we 2 nachtjes. De watervallen waren voor velen een van de hoogtepunten van de reis. Ook ik stond er opnieuw van versteld hoe mooi de natuur toch kan zijn!

De eerste dag deden we de Argentijnse kant en gingen we met een boot tot tegen de watervallen, de tweede dag genoten we van het overzicht aan de Braziliaanse kant en deden enkelen een helikoptervlucht boven de watervallen. Hier was ook constant een lokale gids van Iguazu zelf. Best wel handig, zo kon ik ook eventjes wat rustmomenten inlassen. ’s Avonds stond ons opnieuw een vermoeiende reis te wachten : een busreis van zo’n 16 uur. Nu, dat werd verondersteld, want ….
Ik dacht dat Argentinië een land was om onnozel van te komen, maar die dag maakte me duidelijk dat het overal erger kan! Niets gemakkelijker dan een nachtbus: je gaat slapen en als je wakker komt, ben je bijna op de gewenste bestemming. 5 uur ’s morgens stonden we langer stil dan normaal (elke 2 uur was er een kleine stop). Helemaal raar was dat na een tijdje ook de motor werd afgelegd en bijgevolg ook de airco: het was nog steeds tegen de 30 graden en de bus zat helemaal vol met slapende mensen, niet zo’n leuk gevoel dus … Toen ik naar buiten ging werd me gauw duidelijk dat er echt iets mis was. Er waren problemen met de afkoeling van de motor. Slechts enkele van de groep waren hierdoor wakker gekomen en kregen het nieuws te horen. De buschauffeur belde naar de maatschappij, maar iedereen lag natuurlijk te slapen… Daar stonden we dan : in een godvergeten dorpje in het binnenland van Brazilië. Stilletjes aan kwam iedereen wakker. Op zo’n momenten is het toch niet zo leuk om de gids te zijn: de bus is kapot, er komt een andere op komst, maar we weten niet wanneer. Uiteindelijk stond er 2.5 uur later een bus voor onze neus, MAAR dit was waarschijnlijk een bus dat niet meer werd gebruikt, maar in ons noodgeval werd gebruikt om ons naar Camp Grande te voeren. De stank was niet te houden (kwam van het toilet achteraan de bus), de airco was kapot, de zetels konden amper achteruit … Nog 5 uur te gaan! Maar oké, we blijven positief, want onze bestemming kwam dichterbij! MAAR nog geen uurtje later : BAAAAAAAAAAAAAANG !!! Een klapband … Iedereen uit de bus, kijken naar de schade. De buschauffeur op zoek naar een reserveband, maar je kan het waarschijnlijk wel al raden : helemaal geen materiaal om die reserveband erop te steken. Gelukkig hadden wij twee handige harry’s in de groep en hebben dit karwei op zich genomen. Met een eigen constructie zijn ze er in geslaagd om de band erop te krijgen, ik was zo fier op hen!
Uiteindelijk kwamen we tegen 13 uur aan in Campo Grande. Van daaruit stond er ons nog een busreis van 5 uur te wachten naar onze lodge. Iedereen was bekaf, ik ook, maar op zo’n momenten raap je gewoon al je energie bijeen en blijf je lachen! Het laatste uur zaten we in een truck door de Pantanal. Op dit moment was iedereen zo blij dat we er eindelijk waren! Door het kampvuur en de heerlijke caïpirinha’s waren onze frustraties van die dag al snel vergeten! De volgende dag gingen we in de voormiddag per motorboot dieren spotten in het moeras, zijn we op de middag piranha’s gaan vangen en deden we in de late namiddag een leuke wandeling. In de omgeving van de lodge leven veel diersoorten: Kaaimannen, apen, vossen, (dwerg)herten, papegaaien, toekans, gordeldieren, anaconda's, capibara’s, leguanen …

We verbleven slechts een volledige dag in de Pantanal. In 2 weken de twee grootste landen van Zuid-Amerika bezoeken, brengt met zich mee dat er verschrikkelijk veel gereisd moet worden. Van onze lodge in de Pantanal werden we naar de luchthaven in Campo Grande gebracht waar we onze vlucht naar Rio hadden. Mijn verwachtingen over Rio waren groot: er werden films over gemaakt, liedjes over geschreven, ideeën over gecreëerd dat alles er zo fantastisch is. En ja, I LOVE RIO !!!! De bruisende miljoenenstad Rio ligt aan zee en heeft prachtige brede stranden en ruige rotsachtige heuvels. De bewoners van Rio, 'cariocas' genoemd, zijn gemoedelijk, vriendelijk, zelfbewust, houden van muziek, nachtleven en, zoals de meeste Brazilianen, van voetbal. Voor muziek, dans en sfeer wordt hier alles opzij gelegd! En ook aan de strandlichaamscultuur doet bijna iedereen mee: sporten om vervolgens je mooie lijf te kunnen tonen. Er wordt uitbundig en intens geleefd! De eerste dag deden we een stadstour: we beklommen de 700 m hoge Corcovado met het beroemde 38 m grote Christusbeeld, “Christo Redendor”, dat de stad letterlijk omarmt en beschermt. De uitzichten vanaf de heuvel over de stad en de baai met zijn vele kleine eilandjes zijn adembenemend. We bezochten het historische centrum, namen een kijkje in de wereldberoemde sambadrum, slenterden door de prachtige wijk Santa teresa en rustten wat uit op het wereldberoemde strand Copacabana.
De volgende dag zagen we de stad van een andere kant: we deden een tour in de grootste en de kleinste favella van Rio de Janeiro. De armenwijken of krottenwijken bestaat uit allemaal zelfgebouwde, vaak illegale huisjes die tegen de rotshellingen zijn neergezet. Men denkt dat er circa 400 favela's zijn waarin in totaal wel eens 1,5 miljoen mensen kunnen wonen. Na deze tour werd mijn idee over een favella bijgesteld … Mensen leven er eigenlijk op dezelfde manier als ons: zij hebben ook stromend water, gaan naar school, hebben een gimnasio om de hoek, hebben een telefoon … alleen is het allemaal iets minder luxueus. Waar ik ook zo van versteld van stond was het gemeenschapsgevoel dat leefde in zo’n favella (vooral dan in de kleine): Iedereen kent er iedereen, overal zie je mensen praten en bij elkaar op bezoek gaan. Er werd ons ook verteld dat het er bijna niet onveilig kan zijn doordat de maffia harde straffen heeft voor de misdadigers in de favella. Onze laatste avond zijn we geëindigd in een hele leuke sambaclub in Lapa, fantastisch! Ongelooflijk wat die Brazilianen allemaal kunnen met hun kont :)

Hoewel de tijd voorbij vloog, was ik toch wel blij dat de reis op z’n einde was. Best wel vermoeiend om dag in dag uit reisbegeleidster te zijn, maar langs de andere kant is het zo’n leuke uitdaging!! Ik sta al te popelen om mijn volgende reis te begeleiden :)
Voor de fotos verwijs ik naar onze picasawebsite (klik op foto hiernaast: Shoestring Arg-Par-Bra)
maandag 12 september 2011
Einde van de vierde torn in zicht!
Ondertussen zijn de vijf werkmaanden weeral voorbij gevlogen en is het bijna tijd om op vakantie te gaan! Maar vooraleer we onze vakantie inzetten, snel nog een woordje voor onze trouwe blogvolgers!
Meer en meer begint het leven in Buenos Aires als een gewoon leven, een echte thuis aan te voelen. Het ongewone maakt dus stilletjes aan plaats voor een dagdagelijks leven. Deze keer dus geen spectaculaire verhalen :) Maar ik wil wel kort even vermelden wat we allemaal in de voorbije maanden hebben uitgespookt!
Na het vertrek van de ouders van PJ, heb ik mij vooral gesmeten in mijn Spaanse lessen aan de UBA, naailessen aan een modeschool, privétennislessen hier in Puerto Madero, enkele tangolessen en zoals gewoonte mijn wekelijkse pilateslessen. Zoals ik je eerder zei, beginnen we hier ook echt te leven en niet meer de toerist uit te hangen. Dit betekent de dagdagelijkse dingen zoals naar de dokter gaan, zoeken naar spulletjes voor in het huis, kapper, viswinkel, sollicitatiegesprekken, schoonmaakster, elektricien … en dit is helemaal geen evidentie als in België. In België weet je al van kleinsaf aan waar je moet gaan om een bed te kopen, naar welke tandarts je familie al jaren gaat of waar je moet zijn om vaatwas te laten herstellen. Het ganse zoekproces begint bij het feit dat je hier een overaanbod hebt van alles wat je maar kan inbeelden: een straat met stof, paspoppen of juwelen is hier niet ongewoon! Op familiegewoonten kunnen we ons niet baseren en vrienden wonen vaak aan de andere kant van de stad waardoor het al snel een dag in beslag neemt om op hun aanraden op zoek te gaan naar hetgeen je nodig hebt. Via collega’s, de portieren of te botsen op iets als je naar de stad trekt, vind je wel wat je moet hebben. Eenmaal je het adres weet, is het ook een kwestie om er te geraken! Eerst moet je de juiste bus vinden er naartoe en hopen dat er die dag net geen manifestatie is waardoor het verkeer wordt afgeleid en je halte is afgeschaft. Ook is het goed mogelijk dat je de ganse afstand doet, maar dat toevallig die dag de winkel niet open is. En als je er dan geraakt (dit had ik voor bij de tandarts of het kopen van onze zetel), dan gebeurt alles in zoveel mogelijk stappen. Eerst eens kijken wat aan de hand is, daarna een afspraak maken voor de boventanden, daarna een voor de onderste tanden en tot slot nog een afspraak om te kijken of alles nu mooi is afgewerkt. Mensen vragen zich vaak af : wat doe jij daar alle dagen? Ben je vandaag alleen naar de tandarts geweest en naar de les en je was pas om 18 uur thuis? Ik verzeker het je, je dagen zijn hier snel gevuld!
Ondertussen gaan de gewone gang van zaken verder op het werk van PJ. Op de rivier zitten momenteel nog 3 schepen (Niña, James Ensor en Capitan Nuñez), wat weinig is om alles van sedimentatie bij te houden, maar wel net haalbaar. Voor PJ zelf zat er ff een kort apart werkje in van een week in San Nicolas (zo’n 300 km van Buenos Aires). Dit was het heropenen van de ingang van de haven van dit dorp/stad. Voor de rest niet veel nieuwe zaken. Het is vooral uitkijken naar de komst van een gloednieuw schip met een wreed lange naam: Alvar Nuñez Cabeça de Vaca. Deze is speciaal gebouwd om te baggeren in ondiepe wateren. Wat dus ideaal is voor Hidrovia II. Dit is het deel van de rivier van Santa Fé naar Corrientes (nog eens 800km rivier om uit te baggeren). Er was dus al lang sprake van Hidrovia II (sinds we hier 2 jaar geleden toegekomen waren), maar binnen een maandje zouden we er eindelijk mogen aan beginnen. Dit deel van de rivier zal wel niet voor PJ zijn, want dit ligt iets te ver van Buenos Aires. De uitvoerders op vrijgezellenbasis gaan hier naartoe moeten. Maar PJ zal wel nu en dan eens een kijkje gaan nemen.
Wellicht hebben de meesten van jullie wel ergens gehoord dat Chili op 5 juni werd getroffen door een vulkaanuitbarsting. Maar doordat de wind steeds naar het Oosten blies, kon Chili aan de gevolgen ontsnappen en was de schade vooral voor het Zuiden van Argentinië niet te aanzien. Net als sneeuw dwarrelde het stof naar beneden op de straten, bergen, weilanden, … waardoor het ganse leven plat kwam te liggen. Mensen konden zich niet meer verroeren door de vele stof die gecombineerd met de hevige regenbuien een soort massapulp vormden, duizenden vee stierf doordat ze het gras aten met het laagje stof erop, dode vissen dreven boven in de meren en wat het meeste economische schade opliep voor dit land: het luchtverkeer werd ettelijke dagen stilgelegd. Er circuleerden zich immers twee grote stofwolken boven het Zuiden van Zuid Amerika waardoor vooral Argentinië, Brazilië , maar ook Australië het zwaar te verduren kregen!

Een maand aan een stuk was de luchthaven afwisselend open of dicht, voor elke reiziger was het dus bang afwachten of ze Argentinië uitraakten of ergens op een luchthaven zouden stranden als ze naar Argentinië toevlogen. Vanaf augustus loopt het luchtverkeer terug normaal in de hoofdstad, maar pas op donderdag 1 september is de luchthaven in Bariloche (dat in het Zuiden van Argentinië is gelegen en het dichtst bij de Chileense vulkaanuitbarsting) weer geopend. Een financiële ramp dus voor het zuiden van Argentinië, omdat dit deel van het land vooral op wintertoerisme overleefd…
Zoals altijd zaten we ook tijdens het weekend niet stil. Ik heb zelf een verjaardagsfeestje gegeven, we waren van de partij bij anderen hun verjaardagsfeestje en het aller-leukste: 25 juni hebben we bij ons thuis een kerstavond georganiseerd! Waarom? Stilletjes aan begonnen de temperaturen te dalen, werden de dagen korter, lag er in de winkeletalages valse sneeuw, doken kerstfilms op op de televisie … dus voor ons was exact 6 maand na de officiële kerstdatum zaterdag 25 juni de ideale gelegenheid om ons eigen kerstfeestje te organiseren in een perfecte kerstsfeer! Het was een gezellige bedoening!

Elk had een typisch kerstgerecht geprepareerd en had een leuk drankje bij zich, de kerstman kwam opdagen en om 00:00 werd een glas champagne gedronken op de geboorte van Jezus! Voor mijn part wordt dit traditie, want het kerstgevoel kwam toen meer naar boven dan op 24 december!!
Meer en meer begint het leven in Buenos Aires als een gewoon leven, een echte thuis aan te voelen. Het ongewone maakt dus stilletjes aan plaats voor een dagdagelijks leven. Deze keer dus geen spectaculaire verhalen :) Maar ik wil wel kort even vermelden wat we allemaal in de voorbije maanden hebben uitgespookt!
Na het vertrek van de ouders van PJ, heb ik mij vooral gesmeten in mijn Spaanse lessen aan de UBA, naailessen aan een modeschool, privétennislessen hier in Puerto Madero, enkele tangolessen en zoals gewoonte mijn wekelijkse pilateslessen. Zoals ik je eerder zei, beginnen we hier ook echt te leven en niet meer de toerist uit te hangen. Dit betekent de dagdagelijkse dingen zoals naar de dokter gaan, zoeken naar spulletjes voor in het huis, kapper, viswinkel, sollicitatiegesprekken, schoonmaakster, elektricien … en dit is helemaal geen evidentie als in België. In België weet je al van kleinsaf aan waar je moet gaan om een bed te kopen, naar welke tandarts je familie al jaren gaat of waar je moet zijn om vaatwas te laten herstellen. Het ganse zoekproces begint bij het feit dat je hier een overaanbod hebt van alles wat je maar kan inbeelden: een straat met stof, paspoppen of juwelen is hier niet ongewoon! Op familiegewoonten kunnen we ons niet baseren en vrienden wonen vaak aan de andere kant van de stad waardoor het al snel een dag in beslag neemt om op hun aanraden op zoek te gaan naar hetgeen je nodig hebt. Via collega’s, de portieren of te botsen op iets als je naar de stad trekt, vind je wel wat je moet hebben. Eenmaal je het adres weet, is het ook een kwestie om er te geraken! Eerst moet je de juiste bus vinden er naartoe en hopen dat er die dag net geen manifestatie is waardoor het verkeer wordt afgeleid en je halte is afgeschaft. Ook is het goed mogelijk dat je de ganse afstand doet, maar dat toevallig die dag de winkel niet open is. En als je er dan geraakt (dit had ik voor bij de tandarts of het kopen van onze zetel), dan gebeurt alles in zoveel mogelijk stappen. Eerst eens kijken wat aan de hand is, daarna een afspraak maken voor de boventanden, daarna een voor de onderste tanden en tot slot nog een afspraak om te kijken of alles nu mooi is afgewerkt. Mensen vragen zich vaak af : wat doe jij daar alle dagen? Ben je vandaag alleen naar de tandarts geweest en naar de les en je was pas om 18 uur thuis? Ik verzeker het je, je dagen zijn hier snel gevuld!
Ondertussen gaan de gewone gang van zaken verder op het werk van PJ. Op de rivier zitten momenteel nog 3 schepen (Niña, James Ensor en Capitan Nuñez), wat weinig is om alles van sedimentatie bij te houden, maar wel net haalbaar. Voor PJ zelf zat er ff een kort apart werkje in van een week in San Nicolas (zo’n 300 km van Buenos Aires). Dit was het heropenen van de ingang van de haven van dit dorp/stad. Voor de rest niet veel nieuwe zaken. Het is vooral uitkijken naar de komst van een gloednieuw schip met een wreed lange naam: Alvar Nuñez Cabeça de Vaca. Deze is speciaal gebouwd om te baggeren in ondiepe wateren. Wat dus ideaal is voor Hidrovia II. Dit is het deel van de rivier van Santa Fé naar Corrientes (nog eens 800km rivier om uit te baggeren). Er was dus al lang sprake van Hidrovia II (sinds we hier 2 jaar geleden toegekomen waren), maar binnen een maandje zouden we er eindelijk mogen aan beginnen. Dit deel van de rivier zal wel niet voor PJ zijn, want dit ligt iets te ver van Buenos Aires. De uitvoerders op vrijgezellenbasis gaan hier naartoe moeten. Maar PJ zal wel nu en dan eens een kijkje gaan nemen.
Wellicht hebben de meesten van jullie wel ergens gehoord dat Chili op 5 juni werd getroffen door een vulkaanuitbarsting. Maar doordat de wind steeds naar het Oosten blies, kon Chili aan de gevolgen ontsnappen en was de schade vooral voor het Zuiden van Argentinië niet te aanzien. Net als sneeuw dwarrelde het stof naar beneden op de straten, bergen, weilanden, … waardoor het ganse leven plat kwam te liggen. Mensen konden zich niet meer verroeren door de vele stof die gecombineerd met de hevige regenbuien een soort massapulp vormden, duizenden vee stierf doordat ze het gras aten met het laagje stof erop, dode vissen dreven boven in de meren en wat het meeste economische schade opliep voor dit land: het luchtverkeer werd ettelijke dagen stilgelegd. Er circuleerden zich immers twee grote stofwolken boven het Zuiden van Zuid Amerika waardoor vooral Argentinië, Brazilië , maar ook Australië het zwaar te verduren kregen!

Een maand aan een stuk was de luchthaven afwisselend open of dicht, voor elke reiziger was het dus bang afwachten of ze Argentinië uitraakten of ergens op een luchthaven zouden stranden als ze naar Argentinië toevlogen. Vanaf augustus loopt het luchtverkeer terug normaal in de hoofdstad, maar pas op donderdag 1 september is de luchthaven in Bariloche (dat in het Zuiden van Argentinië is gelegen en het dichtst bij de Chileense vulkaanuitbarsting) weer geopend. Een financiële ramp dus voor het zuiden van Argentinië, omdat dit deel van het land vooral op wintertoerisme overleefd…
Zoals altijd zaten we ook tijdens het weekend niet stil. Ik heb zelf een verjaardagsfeestje gegeven, we waren van de partij bij anderen hun verjaardagsfeestje en het aller-leukste: 25 juni hebben we bij ons thuis een kerstavond georganiseerd! Waarom? Stilletjes aan begonnen de temperaturen te dalen, werden de dagen korter, lag er in de winkeletalages valse sneeuw, doken kerstfilms op op de televisie … dus voor ons was exact 6 maand na de officiële kerstdatum zaterdag 25 juni de ideale gelegenheid om ons eigen kerstfeestje te organiseren in een perfecte kerstsfeer! Het was een gezellige bedoening!

Elk had een typisch kerstgerecht geprepareerd en had een leuk drankje bij zich, de kerstman kwam opdagen en om 00:00 werd een glas champagne gedronken op de geboorte van Jezus! Voor mijn part wordt dit traditie, want het kerstgevoel kwam toen meer naar boven dan op 24 december!!
Voetbal, voetbal, voetbal, dat is waar het hier allemaal om draait!
Rijk of arm, dik of dun, jong of oud, meisje of jongen, hier in Buenos Aires is IEDEREEN van een voetbalclub in hart en nieren. Nog nooit ben ik in een land geleefd waar het gemeenschapsgevoel tijdens een match zo intens heerst als in Argentinië. Kijk terug naar het WK waar mensen begonnen te wenen als kleine kinderen omdat ze zo zijn afgegaan tegen Duitsland. Maar bij sommigen gaat dit verder dan een hobby alleen, het is hun leven, een soort van sociale stand om te kunnen zeggen ‘ik ben fan van de beste club allertijden’. Deze overdreven fascinatie werd duidelijk in de maand mei wanneer River Plate (samen met Boca de bekendste club van het land) een match moest spelen om de degradatie naar tweede nationale tegen te gaan. Een idee dat gewoon niet bestond in Buenos Aires: een van de bekendste clubs met meer dan duizenden supporters die al tientallen jaren met gemak in eerste nationale speelt, zou moeten zakken. Het werd weggelachen, zij hadden de beste spelers en dit zou voor eens en altijd bewezen worden. Maar deze zekerheid werd al snel een illusie toen hun eerste match werd gespeeld. De supporters voelden dat het toch niet zo makkelijk zou gaan zoals voorspeld en kwamen opstandig. Het meest logische zou zijn dat ze de supporters van de tegenpartij zouden beginnen uitschelden, maar ze begonnen zich te keren tegen hun eigen spelers. Tijdens de tweede helft van de match stonden opeens een vijftal supporters op het veld om de spelers uit te dagen, op hun plaats te zetten. Ze hadden bivakmutsen aan, dus voor de politie onherkenbaar. Ze klommen terug over het hek en kregen al snel de ganse massa achter zich. Duizenden mensen stonden als wilde beesten opgefokt op de tribune, klaar om de spelers te lijf te gaan. Waterkanonnen konden de boel bedaren en de match werd stilgelegd. Iets dat je je in Europa niet kan inbeelden: de match werd wel niet afgefloten, maar ze speelden gewoon terug verder. Er werden maatregelen getroffen voor de volgende match: 2.000 agenten zouden aanwezig zijn en er zou een extreme controle zijn aan de ingang van het stadium. Er werd ook gesproken om de match te laten plaatsvinden zonder supporters, maar dat zou enkele mensen van de regering niet ten goede komen.
26 juni was het zo ver: River Plate moest de match tegen Belgrano met minstens 2 doelpunten verschil winnen, anders zou het voor de eerste keer in 110 jaar tijd zakken naar tweede klasse. De match trok de aandacht van het ganse land. Op alle plaatsen stond de tv op de match en er was geen kat op straat te bespeuren. De stad was muisstil aan het wachten op het verdict van de match … De eerste time werd afgefloten, het scorebord stond op 1-0 voor River Plate. Niet voldoende, maar nog een tweede helft om het af te maken. Daar werd echter niet alleen gerekend op de spelers, bleek later. Op youtube doken beelden op van hevige supporters die iets vragen aan een politieman en de politieman die eventjes weggaat van zijn bewakingspost voor de deur van de arbiter. Wat zich hier heeft afgespeeld moeten we geen tekeningetje bijmaken. Je fluit een penalty voor River of hij en zijn familie zullen hier later spijt van hebben. En dit kon je duidelijk zien tijdens de tweede helft: er werd inderdaad een heel erg lichte en betwiste strafschop gefloten voor River, al mocht het niet baten … In de 53ste minuut liep het al mis. Belgrano scoorde een goal, het feest barstte los bij de supporters van Belgrano, de hel barstte los bij de supporters van River Plate. En ook de beruchte strafschop in de 72ste minuut mocht niet meer baten, die werd tot overmaat van ramp nog gemist ook. Dit kon niet mogelijk zijn, hun ploeg waar ze van kleinsaf voor leven, speelde niet meer in eerste klasse. Wat toen gebeurde, valt eigenlijk niet te beschrijven.

Stoelen en hekkens werden uit de grond gerukt, er werden branden gesticht, mensen klommen razend over de hekkens … De spelers werden zo snel mogelijk naar binnen geleid terwijl de politie de kalmte probeerde terug te krijgen, maar het mocht niet buiten. Ondertussen liep het ook al buiten het stadium faliekant verkeerd. Verkeersborden werden losgerukt, hamburgerkoten werden in brand gestoken, mensen van de pers werden aangevallen, winkels werden kort en klein geslagen en erna geplunderd, politie werd aangevallen …

De straten rond het stadium lagen er de volgende dag verlaten bij, de ravage was aanzienlijk … Hoe het nu verder gaat met de scheidsrechter die deze match moest fluiten en de spelers die hun kop niet meer durven/mogen tonen in Buenos Aires is nog maar de vraag. Als ik eraan terugdenk heerst bij mij nog steeds de vraag: hoe kan je nu zo opgaan in een voetbalploeg dat je zelf het leven van anderen op het spel wilt zetten???
26 juni was het zo ver: River Plate moest de match tegen Belgrano met minstens 2 doelpunten verschil winnen, anders zou het voor de eerste keer in 110 jaar tijd zakken naar tweede klasse. De match trok de aandacht van het ganse land. Op alle plaatsen stond de tv op de match en er was geen kat op straat te bespeuren. De stad was muisstil aan het wachten op het verdict van de match … De eerste time werd afgefloten, het scorebord stond op 1-0 voor River Plate. Niet voldoende, maar nog een tweede helft om het af te maken. Daar werd echter niet alleen gerekend op de spelers, bleek later. Op youtube doken beelden op van hevige supporters die iets vragen aan een politieman en de politieman die eventjes weggaat van zijn bewakingspost voor de deur van de arbiter. Wat zich hier heeft afgespeeld moeten we geen tekeningetje bijmaken. Je fluit een penalty voor River of hij en zijn familie zullen hier later spijt van hebben. En dit kon je duidelijk zien tijdens de tweede helft: er werd inderdaad een heel erg lichte en betwiste strafschop gefloten voor River, al mocht het niet baten … In de 53ste minuut liep het al mis. Belgrano scoorde een goal, het feest barstte los bij de supporters van Belgrano, de hel barstte los bij de supporters van River Plate. En ook de beruchte strafschop in de 72ste minuut mocht niet meer baten, die werd tot overmaat van ramp nog gemist ook. Dit kon niet mogelijk zijn, hun ploeg waar ze van kleinsaf voor leven, speelde niet meer in eerste klasse. Wat toen gebeurde, valt eigenlijk niet te beschrijven.

Stoelen en hekkens werden uit de grond gerukt, er werden branden gesticht, mensen klommen razend over de hekkens … De spelers werden zo snel mogelijk naar binnen geleid terwijl de politie de kalmte probeerde terug te krijgen, maar het mocht niet buiten. Ondertussen liep het ook al buiten het stadium faliekant verkeerd. Verkeersborden werden losgerukt, hamburgerkoten werden in brand gestoken, mensen van de pers werden aangevallen, winkels werden kort en klein geslagen en erna geplunderd, politie werd aangevallen …

De straten rond het stadium lagen er de volgende dag verlaten bij, de ravage was aanzienlijk … Hoe het nu verder gaat met de scheidsrechter die deze match moest fluiten en de spelers die hun kop niet meer durven/mogen tonen in Buenos Aires is nog maar de vraag. Als ik eraan terugdenk heerst bij mij nog steeds de vraag: hoe kan je nu zo opgaan in een voetbalploeg dat je zelf het leven van anderen op het spel wilt zetten???

zaterdag 25 juni 2011
10 dingen die je geproefd moet hebben in Argentinië
1. Asado
Een asado is het Argentijnse woord voor een barbecue en is een soort van zondagsritueel binnen de Argentijnse familie. Het verschil zit hem in de proporties, het soort vlees en de manier van klaarmaken. Bijna elk Argentijns huis beschikt over een ‘quincho’, een plaats dat speciaal is gebouwd om een asado te houden. Voor degenen die thuis niet over zo’n dergelijk grilplateau beschikken, kunnen gebruik maken in verschillende parken van openbare asados. Een andere optie is natuurlijk je laten bedienen in een lokaal Argentijns parillarestaurant (parilla is de verzamelnaam van al het vlees dat bij een asado wordt geserveerd en is ook benaming van het grillrooster waarop gebarbequed wordt)! Wanneer je een parilla bestelt op restaurant, krijg je vanalles op een soort van warme gourmetplaat geserveerd gaande van niertjes, lever, zwezeriken, brochettes tot een heerlijke lomo. Een echte asado begint trouwens met chorizo met wit stokbrood = ‘choripán’ of voor de liefhebber met bloedworst = ‘morcilla’. Het vlees wordt klaargemaakt op een immens grote rooster (= parilla) met kolen eronder. De kolen worden steeds warm gehouden in een hoekje en beetje per beetje onder het vlees gelegd, zo zijn er altijd hete kolen ter beschikking. Een Argentijn rekent gemiddeld 800 gram vlees per persoon, met honger zal je dus niet van tafel gaan!
Na de asado krijgt de asador (persoon achter de barbecue) een groot applaus. Dit terwijl hij enkel de vleesjes heeft gebakken, de vrouwen zijn echter al de ganse morgen bezig met slaatjes en pastatjes …

2. Dulce de leche
Dulce de leche, letterlijk 'melkzoet', is een soort karamelpasta. Dit is niet enkel gekend in Argentinië, maar over geheel Latijn-Amerika. Dulce de leche bestaat uit melk, suiker, en bakpoeder, wat lang en langzaam gekookt wordt. Argentijnen zijn echte zoetebekken, dus dulce de leche is voor hen ideaal bij een boterham, een koekje met dulce de leche, of bij het desert met combinatie van ijs, chocolade of pudding!
3. Rode wijn
Wie nog nooit van een Argentijnse rode wijn geproefd heeft: first thing to do na het lezen van deze post! Argentinië is voornamelijk bekend om de Malbec wijnen, maar tegenwoordig zijn vrijwel alle druivensoorten in Argentinië te verkrijgen. De populairste de dag van vandaar zijn de Cabernet sauvignon, Malbec en Pinot Noir. Van Noord naar Zuid Argentinië zijn er de volgende wijngebieden: Salta, Catamarca, La Rioja, Cordoba, San Juan, Mendoza (de grootste wijnregio) , Rio Negro en Neuquén. Daarmee concurreert Argentinië met de Verenigde Staten om de vierde plek als grootste wijnproducent ter wereld. Denk je nu : hmm, op een warme zomeravond toch liever een fris roséetje? Doe gewoon een ijsblokje bij je rode wijn!
4. Argentijnse pizza
De pizza’s zijn in der tijd geïntroduceerd door de Italiaanse immigranten. Nu zijn de Argentijnen ervan overtuigd dat zij de lekkerste pizza’s kunnen maken, beter dan die van Italië (voor alle duidelijkheid: dit betreft alleen de mening van het overgrote deel van de Argentijnen). Als je hier een van de duizenden pizzeria’s binnenstapt die de stad te bieden heeft, zal je een pizza voorgeschoteld krijgen met de dikste laag kaas die je ooit in je leven zal zien! (Hier bestaat een pizza uit kaas en een beetje tomatensaus, in tegenstelling tot ons idee van een lekkere pizza: tomatensaus met daarop een beetje kaas.) Bovendien zijn ze niet alleen overdreven veel belegd, de omvang is ook heel wat groter dan bij ons. Delen dus is de boodschap! Ik garandeer je, je zal een paar uurtjes geen eten meer moeten zien! En nadat je genoeg hebt van die heerlijke pizza, een heel groot woord ‘sporten’ in de agenda schrijven voor de volgende dag!
5. Alfajores
Alfajores zijn traditionele Argentijnse koekjes/snoepjes. Het bestaat uit twee ronde koekjes met middenin een laagje dulce de leche eventueel omhuld met een laagje chocolade. De alfajores van Havana staan bekend als de lekkerste alfajores van Argentinië.

6. Koffie met medialunas
Iets wat alle restaurant op hun menukaart gemeen hebben: café con leche y medialunas. Medialuna is de Spaanse benaming voor een croissant, halve maantjes. Je hebt er twee soorten van: op basis van zout en de andere op basis van boter. En wees maar zeker dat ze niet zo zuinig zijn met de boter, de croissants zijn hier een pakske zoeter dan bij ons: lekker vettig en gelig van kleur! Ook de cafes con leche (= koffie met melk) zij niet weg te bannen uit het leven van een doorsnee Argentijn. Tijdens het ontbijt, na het middageten, als vieruurtje of tussen de lessen: overal en altijd wordt hier koffie gedronken!
7. Vulcano de chocolate
Misschien niet het meest typisch Argentijnse gerecht, maar toch zeker de moeite waard om hier eens te proeven! Alsof dulce de leche nog niet zoet genoeg is, doen ze er hier nog een schepje bovenop: warme dulce de leche binnen in een heerlijke chocoladecake/brownie. Vanwaar de benaming? Wanneer je aan de vulling komt, loopt de dulce de leche over de brownie, net zoals een vulkaanuitbarsting!
8. Empanadas
‘Empanar’ betekent letterlijk omhullen met brood (pan = brood). Ook in andere Zuid-Amerikaanse landen is de empanada heel populair. De Spanjaarden brachten deze traditie van het 'empaneren' van allerlei lekkers naar Argentinie. Kaas en hesp, pikant vlees, kip, vierkazen, kaas met tomaat en basilicum, kaas met oregano … Alles kan worden gebruikt als lekkere empanadevulling!

9. Maté
(Zie vorige blogpost)
Winter of zomer, oud of jong, vroeg of laat, hier wordt altijd maté gedronken met vrienden, familie of zelfs collega’s. Mate is een typisch Argentijnse sterke groene kruidendrank die wordt gedronken uit een beker met een gek rietje dat bestaat uit tin, aluminium of zilver. Het uiteinde waaraan je zuigt is plat, het andere uiteinde, dat je in de matékruiden (= jerba) steekt, bestaat uit een bubbelvorm met gaatjes om het water door te laten maar de kruiden tegen te houden. Mate wordt meestal in groep gedronken (iedereen drinkt van hetzelfde rietje wat in België redelijk ondenkbaar is). Een persoon is verantwoordelijk voor het vullen van de beker en de beker wordt vervolgens kloksgewijs doorgegeven.
10. Fernet
Fernet is een italiaanse sterke drank dat hier in Argentinië heel populair is (Hier zelf populairder dan in Italië). Zoals het bij ons de gewoonte is pintjes te drinken, wordt hier vooral Fernet geconsumeerd tijdens het samen zijn met vrienden. Het is een bittere drank met zo’n 40 % alcohol, voldoende dus om de avond te eindigen met een afloop dat je de volgende dag niet meer weet! Meestal wordt dit gecombineerd met cola, maar voor de echte kan het natuurlijk ook puur. Men zegt dat het de eerste keer echt niet smaakt, maar dat je het na een paar keer leert drinken. Ik persoonlijk vind het helemaal niet lekker, je kan de smaak vergelijken met een soort van stevige siroop…
Een asado is het Argentijnse woord voor een barbecue en is een soort van zondagsritueel binnen de Argentijnse familie. Het verschil zit hem in de proporties, het soort vlees en de manier van klaarmaken. Bijna elk Argentijns huis beschikt over een ‘quincho’, een plaats dat speciaal is gebouwd om een asado te houden. Voor degenen die thuis niet over zo’n dergelijk grilplateau beschikken, kunnen gebruik maken in verschillende parken van openbare asados. Een andere optie is natuurlijk je laten bedienen in een lokaal Argentijns parillarestaurant (parilla is de verzamelnaam van al het vlees dat bij een asado wordt geserveerd en is ook benaming van het grillrooster waarop gebarbequed wordt)! Wanneer je een parilla bestelt op restaurant, krijg je vanalles op een soort van warme gourmetplaat geserveerd gaande van niertjes, lever, zwezeriken, brochettes tot een heerlijke lomo. Een echte asado begint trouwens met chorizo met wit stokbrood = ‘choripán’ of voor de liefhebber met bloedworst = ‘morcilla’. Het vlees wordt klaargemaakt op een immens grote rooster (= parilla) met kolen eronder. De kolen worden steeds warm gehouden in een hoekje en beetje per beetje onder het vlees gelegd, zo zijn er altijd hete kolen ter beschikking. Een Argentijn rekent gemiddeld 800 gram vlees per persoon, met honger zal je dus niet van tafel gaan!
Na de asado krijgt de asador (persoon achter de barbecue) een groot applaus. Dit terwijl hij enkel de vleesjes heeft gebakken, de vrouwen zijn echter al de ganse morgen bezig met slaatjes en pastatjes …

2. Dulce de leche
Dulce de leche, letterlijk 'melkzoet', is een soort karamelpasta. Dit is niet enkel gekend in Argentinië, maar over geheel Latijn-Amerika. Dulce de leche bestaat uit melk, suiker, en bakpoeder, wat lang en langzaam gekookt wordt. Argentijnen zijn echte zoetebekken, dus dulce de leche is voor hen ideaal bij een boterham, een koekje met dulce de leche, of bij het desert met combinatie van ijs, chocolade of pudding!
3. Rode wijn
Wie nog nooit van een Argentijnse rode wijn geproefd heeft: first thing to do na het lezen van deze post! Argentinië is voornamelijk bekend om de Malbec wijnen, maar tegenwoordig zijn vrijwel alle druivensoorten in Argentinië te verkrijgen. De populairste de dag van vandaar zijn de Cabernet sauvignon, Malbec en Pinot Noir. Van Noord naar Zuid Argentinië zijn er de volgende wijngebieden: Salta, Catamarca, La Rioja, Cordoba, San Juan, Mendoza (de grootste wijnregio) , Rio Negro en Neuquén. Daarmee concurreert Argentinië met de Verenigde Staten om de vierde plek als grootste wijnproducent ter wereld. Denk je nu : hmm, op een warme zomeravond toch liever een fris roséetje? Doe gewoon een ijsblokje bij je rode wijn!
4. Argentijnse pizza
De pizza’s zijn in der tijd geïntroduceerd door de Italiaanse immigranten. Nu zijn de Argentijnen ervan overtuigd dat zij de lekkerste pizza’s kunnen maken, beter dan die van Italië (voor alle duidelijkheid: dit betreft alleen de mening van het overgrote deel van de Argentijnen). Als je hier een van de duizenden pizzeria’s binnenstapt die de stad te bieden heeft, zal je een pizza voorgeschoteld krijgen met de dikste laag kaas die je ooit in je leven zal zien! (Hier bestaat een pizza uit kaas en een beetje tomatensaus, in tegenstelling tot ons idee van een lekkere pizza: tomatensaus met daarop een beetje kaas.) Bovendien zijn ze niet alleen overdreven veel belegd, de omvang is ook heel wat groter dan bij ons. Delen dus is de boodschap! Ik garandeer je, je zal een paar uurtjes geen eten meer moeten zien! En nadat je genoeg hebt van die heerlijke pizza, een heel groot woord ‘sporten’ in de agenda schrijven voor de volgende dag!
5. Alfajores
Alfajores zijn traditionele Argentijnse koekjes/snoepjes. Het bestaat uit twee ronde koekjes met middenin een laagje dulce de leche eventueel omhuld met een laagje chocolade. De alfajores van Havana staan bekend als de lekkerste alfajores van Argentinië.

6. Koffie met medialunas
Iets wat alle restaurant op hun menukaart gemeen hebben: café con leche y medialunas. Medialuna is de Spaanse benaming voor een croissant, halve maantjes. Je hebt er twee soorten van: op basis van zout en de andere op basis van boter. En wees maar zeker dat ze niet zo zuinig zijn met de boter, de croissants zijn hier een pakske zoeter dan bij ons: lekker vettig en gelig van kleur! Ook de cafes con leche (= koffie met melk) zij niet weg te bannen uit het leven van een doorsnee Argentijn. Tijdens het ontbijt, na het middageten, als vieruurtje of tussen de lessen: overal en altijd wordt hier koffie gedronken!
7. Vulcano de chocolate
Misschien niet het meest typisch Argentijnse gerecht, maar toch zeker de moeite waard om hier eens te proeven! Alsof dulce de leche nog niet zoet genoeg is, doen ze er hier nog een schepje bovenop: warme dulce de leche binnen in een heerlijke chocoladecake/brownie. Vanwaar de benaming? Wanneer je aan de vulling komt, loopt de dulce de leche over de brownie, net zoals een vulkaanuitbarsting!
8. Empanadas
‘Empanar’ betekent letterlijk omhullen met brood (pan = brood). Ook in andere Zuid-Amerikaanse landen is de empanada heel populair. De Spanjaarden brachten deze traditie van het 'empaneren' van allerlei lekkers naar Argentinie. Kaas en hesp, pikant vlees, kip, vierkazen, kaas met tomaat en basilicum, kaas met oregano … Alles kan worden gebruikt als lekkere empanadevulling!

9. Maté
(Zie vorige blogpost)
Winter of zomer, oud of jong, vroeg of laat, hier wordt altijd maté gedronken met vrienden, familie of zelfs collega’s. Mate is een typisch Argentijnse sterke groene kruidendrank die wordt gedronken uit een beker met een gek rietje dat bestaat uit tin, aluminium of zilver. Het uiteinde waaraan je zuigt is plat, het andere uiteinde, dat je in de matékruiden (= jerba) steekt, bestaat uit een bubbelvorm met gaatjes om het water door te laten maar de kruiden tegen te houden. Mate wordt meestal in groep gedronken (iedereen drinkt van hetzelfde rietje wat in België redelijk ondenkbaar is). Een persoon is verantwoordelijk voor het vullen van de beker en de beker wordt vervolgens kloksgewijs doorgegeven.
10. Fernet
Fernet is een italiaanse sterke drank dat hier in Argentinië heel populair is (Hier zelf populairder dan in Italië). Zoals het bij ons de gewoonte is pintjes te drinken, wordt hier vooral Fernet geconsumeerd tijdens het samen zijn met vrienden. Het is een bittere drank met zo’n 40 % alcohol, voldoende dus om de avond te eindigen met een afloop dat je de volgende dag niet meer weet! Meestal wordt dit gecombineerd met cola, maar voor de echte kan het natuurlijk ook puur. Men zegt dat het de eerste keer echt niet smaakt, maar dat je het na een paar keer leert drinken. Ik persoonlijk vind het helemaal niet lekker, je kan de smaak vergelijken met een soort van stevige siroop…

zaterdag 28 mei 2011
This is Argentina = T.I.A.
- Zie je een parkeerplaats waar net niet genoeg plaats is? Dan duw je de auto ervoor toch gewoon wat vooruit en hopla: jouw parkeerplaats gemaakt!
- Hier kan je alles afbetalen in ‘quotas’ gaande van een broodrooster, tot een tv, van een reis tot je kasticket in de winkel. 20 euro verspreiden over vier maanden? Het kan!
- Heeft de kassierster van de winkel geen wisselgeld? Niet erg, dan krijg je gewoon wat snoepjes in de plaats!
- Hier is het verboden te bellen in een bank. Je weet nooit welke bedoelingen er achter een telefoongesprek zitten …
- Argentijnen hebben gemiddeld zo’n 20 vakantiedagen per jaar. Ze vinden hier vanalles uit: feestdag voor de president, feestdag van een of andere generaal, dag van de vlag, feestdagen van carnaval …. En als die feestdag op een zaterdag of een zondag valt? Dan verzet je die toch gewoon naar een weekdag, niet?!
- De voetpaden hier zijn niet om naar huis te schrijven : vol met hondenstront en putten. Logisch dus dat je hier nooit een rolstoel of een buggy gaat zien op straat.
- Alles gebeurt met ontzettend veel omwegen, terwijl het helemaal niet moet. Probeer hier maar eens een officieel document te regelen of een televisie te kopen. Liever jij dan ik, want steek er maar een dag of zelfs meerdere voor uit!
- Als je hier een metro neemt tijdens de spitsuren, is het eerste wat je doet als je thuiskomt bekomen onder de douche. Net als sardientjes in een blik naast elkaar, maar dan wel in een temperatuur van 30 graden. Wist-je-dat-je: in Brazilië heb je zelfs forsgebouwde mannen die de mensen in de subte duwen zodat men zeker geen plaatsen overlaat!
- Kinderen die naar publieke scholen gaan, dragen hier een witte schort. Ronny omschreef ze als ‘mini doktertjes met hun witte kiel’.
- De stad slaapt nooit. Het is ongelooflijk hoeveel leven er kan zijn dag en nacht in een wereldstad als Buenos Aires! Gelukkig wonen wij in een van de weinige delen waar er geen openbaar vervoer is en bijgevolg dus ‘s avonds kalm is!
- Looks van een indiaan, italiaan of Amerikaan? Iedereen kan eruit zien als een echte porteño (=inwoner van Buenos Aires)
- Hier wordt bij alles en iedereen gekust. Toch wel raar om de tandarts of de leerkracht een kuske te geven bij aankomst …
- Op heel wat plaatsen wordt gevraagd om geen toiletpapier in het toilet te gooien, maar in het vuilbakje te werpen. Dit heeft te maken met de ‘goede’ riolering in Argentinië
- Waar je het glas en je batterijen moet doen? Gewoon in de vuilbak! Recycleren? Neenee, daar doen zij niet aan mee hoor!
- Waar wachten aan te pas komt, vind je mooie lange rijen. Neem je dus de bus of je wilt een ticket kopen? Aansluiten achteraan de rij!
- “Ja, ik mag je omverrijden als je een zebrapad oversteekt! Jij moet maar kijken dat er geen auto’s afkomen en dan pas het zebrapad oversteken hé!”
- Grappig hoe namen hier worden uitgesproken. Bijvoorbeeld zegt men Stijn, zoals je het letterlijk leest: Sti-gen (J wordt hier uitgesproken als GE)
- Op straat vind je ettelijke loslopende honden (die meestal van niemand zijn), maar je zal amper een kat vinden. Dit in tegenstelling tot in België: katten lopen vrij rond en honden blijven achter slot en grendel.
- Hier is het mogelijk dat de chauffeurs van het transportbedrijf die de benzine voorzien het ganse land platleggen: de chauffeurs staken, en het ganse land zit enkele dagen zonder benzine! Why not?
- Argentinië is het land waar de gemakkelijkste problemen die simpel kunnen worden opgelost, worden omschreven als ‘toch wel een wat gecompliceerd probleem’.
- In de zomer kan het wel eens druppen boven je hoofd. Regen? Nee hoor, Argentijnen installeren gewoon hun afvoer van de airco aan de buitenkant van hun appartement!
- Als je een sleutel dubbel laat maken, slagen ze er altijd opnieuw in om de sleutel toch niet op de deur te laten passen.
- Politie staat op het kruispunt en een auto rijdt door het rood: who cares, hun gesprek is veel interessanter dan die persoon die de wet overtreedt!
- Een plastieken fles op het dak van een geparkeerde auto? Betekent: te koop!
- In de buitenwijken is het vaak zo dat elk voor zijn deur een ijzeren mand heeft op een stok. Dit zijn dient om hun afval in te doen …
- Winter of zomer, oud of jong, vroeg of laat, hier wordt altijd maté gedronken met vrienden, familie of zelfs collega’s. Mate is een typisch Argentijnse sterke groene kruidendrank die wordt gedronken uit een beker met een gek rietje dat bestaat uit tin, aluminium of zilver. Het uiteinde waaraan je zuigt is plat, het andere uiteinde, dat je in de matekruiden steekt, bestaat uit een bubbelvorm met gaatjes om het water door te laten maar de kruiden tegen te houden. Mate wordt meestal in groep gedronken (iedereen drinkt van hetzelfde rietje wat in België redelijk ondenkbaar is). Een persoon is verantwoordelijk voor het vullen van de beker en de beker wordt vervolgens kloksgewijs doorgegeven.

Reisverslag Salta – Jujuy 13 /04- 18/04
Zoals jullie eerder hebben kunnen zien, trokken we midden april met de ouders van Pieterjan een weekje naar de omgeving van Salta en Jujuy. Voor ons een belevenis dat we met geen enkel van onze vorige reizen kunnen vergelijken. Salta kan je je inbeelden als een streek waar de tijd in de jaren ’60 is blijven stilstaan, daar waar paarden nog worden vastgebonden aan een boom terwijl de ruiter een pintje drink op het terras van het lokale café (dat vaak bestaat uit enkele plastieken stoelen en de keuken van het huis zelf), waar kinderen 2 uur stappen om naar school te gaan, waar de zon 300 dagen op een jaar schijnt, waar je vlaktes hebt met ontelbare cactussen, waar de kleurschakeringen van de bergen met geen foto kan worden vastgelegd, waar verdwaalde lama’s je weg kruisen, waar mensen overleven op hun eigen vee, waar van verharde wegen nog geen sprake is, waar de omgeving je niet gaat vervelen omdat die elk uur verandert van berg- woestijn- en maanlandschap naar uitgestrekte groene valleien, waar de panfluit weergalmt in de bergen, waar hier en daar nog kenmerken zijn van de oorspronkelijke Indiaanse bevolking, waar alle handel in de namiddag plat ligt omwille van de siësta, waar de zon veel feller is dan in Buenos Aires doordat we meer in het noorden zitten en waar de lucht ijler is door de hoge hoogtes.
Hebben jullie ongeveer een beeld van de streek? Oké, dan kan je je nu volledig inleven in onze reis :) Here we go!
Woensdag 13 april troffen we elkaar in Salta (Salta is dus zowel een stad als een provincie, wij landden in de stad Salta dat gelegen is in de provincie Salta), Pieterjan en ik komende van Buenos Aires, Kathleen en Ronny van de watervallen van Iguazu. Daar stond ons ‘jeepke’ (ford ecosport) klaar dat ons transportmiddel werd de komende dagen. Het was weer om helemaal in de reissfeer te komen: knalblauwe hemel, felle zon en zo’n 30 graden en van dit weer zullen we de komende vijf dagen genieten! Onze eerste stop was in Cafayate, een wijngebied dat op ongeveer 1700 meter boven de zeespiegel ligt. Naast Mendoza is Cafayate een van de bekendste wijngebieden van Argentinië. Later zal blijken dat het niet alleen natuurlijke rijkdom heeft, maar ook cultureel heel wat te bieden heeft! Om de eindbestemming van die dag te bereiken, doorkruisen we het wonderbaarlijke Quebrada de Cafayate waar rotsformaties tot speciale vormen zijn geërodeerd. Wonderbaarlijke rode rotsformaties die zaken voorstelden als onder andere een duivelsgat (garganta del diabolo), amfitheater, obelisk en een kasteel.

Onze eerste verblijfplaats, La vaca tranquila, is er eentje om iedereen aan te raden die ooit deze kanten opgaat! De Bed and Breakfast wordt uitgebaat door een koppel van Luik die na verschillende wereldse tussenstops hun hier gevestigd hebben. Het lijkt op een soort plaatselijke boerderij (finca) met zeer veel paarden, koeien, uitgestrekte wijnvelden en zelfs hun eigen bierbrouwereitje! En het neusje van de zalm: relaxt zwembad met zicht op de besneeuwde toppen van de Andes.
Donderdagmorgen 14 april heeft de familie Deleersnyder ook een nieuw familielid ogenomen: Ronny, het stierke! :) Ronny mag zich voortaan fiere peter noemen van torro (=Stier) Ronny .

Waarom kreeg hij zijn naam? Het stiertje kreeg de naam van de persoon die het eerste wakker was die ochtend! Die dag stonden twee culturele uitstappen op de agenda : een bezoek aan de ruinas Quilmes en twee wijndegustaties in twee van de vele bodegas dat Cafayate te bieden heeft. Quilmes is een nederzetting uit de 8e eeuw die op een beschutte plek tegen een berghelling aan de rand van een grote vlakte ligt. De plaats is meerdere malen belegerd onder andere door de Inca’s maar het volk van Quilmes kon de aanval van de Inca’s weerstaan. De Spanjaarden pakten het later agressiever aan en konden het verzet breken. Na het middageten (dat meestal bestond uit brood, kaas en salami dat we kochten in een plaatselijk winkeltje en opaten op een of andere leuke stop op de weg naar de volgende bestemming) bezochten we bodega Etchart en deze was veruit de beste. We kregen er een zeer goede rondleiding zowel in de fabriek als in de kelders. Na de rondleiding was een degustatie waar we uitleg kregen hoe we wijn moesten proeven en beoordelen (aan de hand van kleur, geur en de tranen die blijven plakken aan het glas).

Onze tweede bezoek was aan de bodega ‘El Esteco’, opnieuw zeer lekkere wijnen, alleen was de rondleiding hier niet zo gepersonaliseerd door de grote naambekendheid bij de toeristen.
Na twee overnachtingen in dezelfde regio, verlegden we de vrijdag onze grenzen naar Cachi. De weg die we volgden was opnieuw heel bijzonder. Door aardverschuivingen zijn de rotsen bijna zo’n 90 graden gekanteld en krijg je dus prachtige rotsformaties. Ze noemen dit dan ook Quebrada de las flechas: kloof van de pijlen, want inderdaad: de rotsen schieten als pijlen uit de grond! Ook de kleuren waren fascinerend: van grijs tot groen, van felrood tot wit. De route loopt over een verharde weg met kiezelstenen, de ene al wat groter dan de andere : ontwijken is dus een must!

Op onze weg kwamen we ook vaak bergdorpjes tegen. Deze dorpjes bestaan meestal maar uit zo’n tiental huizen gemaakt van leem en stro : gebaseerd op de vroegere adobehuisjes van de indianen. Ik vond het ongelooflijk om te zien dat mensen nog steeds zo leven : geen stromend water, geen elektriciteit, te voet of te paard zijn de enige transportmogelijkheden … En welke vraag ik mij steeds stelde toen we zo’n dorpje passeerden : wat doen deze mensen hier alle dagen ??? Op onze weg hebben we 3 dames geholpen die een klapband hadden. Zij waren blijkbaar niet zo goed in het ontwijken van grote stenen … Onze mannen staken graag hun handen uit de mouwen, en wij vrouwen tetterden er op los, met een mooi resultaat: als dank een gratis overnachting in een hotel van een van de vrouwen in Salta! We lunchten in Finca del Carmen waar we genoten van een prachtig uitzicht over de vallei. In de vooravond kwamen we aan in Cachi, een gezellig klein toeristisch plaatsje met vele leuke witte pandjes in een prachtige bergachtige omgeving met witte Andes toppen op de achtergrond. Ons verblijf (Finca de la paya) was een heel stuk van de weg afgelegen tegen de bergflanken, maar opnieuw een voltreffer! Vroeg onder de lakens, want zo’n lange autoritten maken je echt wel moe. De stilste nacht van ons leven: geen auto, geen kat, geen vliegtuig, geen trein … niets!
Om 9u (ik duid hier op het feit dat we inderdaad veel gezien hebben, maar het zeker geen uitslaapvakantie was!) starten we onze rit naar Salta-stad om van daaruit de oversteek te maken naar de provincie Jujuy waar we in Purmamarca zouden overnachten. Nadat we Cachi achter ons laten, is het eerste stuk waardoor je rijdt fe-no-me-naal. Het voert je onder andere door het Parque de los Cordones, een groot natuurgebied vol prachtig Cordon-cactussen.

In deze vallei bevindt zich ook de Recta del Tintin, een oude lange kaarsrechte Incaweg. Daarna kwamen we heel plots in de wolken terecht, geen besef dat we zo hoog zaten (zo’n 3348 meter)! We reden over een slingerweg langs diepe ravijnen in dichte mist naar beneden. De afdaling was een hele belevenis met prachtige vergezichten, haarscherpe haarspeldbochten en telkens kleine bergriviertjes doorkruizen naar beneden toe. Het duurde dus wel even voor we Salta hadden bereikt. Snel inkopen gedaan in de stad Salta en terug in de auto op weg naar de stad Jujuy om van daaruit naar Purmamarca te rijden (ik haal er eventjes een kaartje bij, kwestie dat jullie kunnen volgen!)

Jujuy lieten we links liggen, het is een grote stad en we wilden zo snel mogelijk terug naar de natuur, opnieuw het gevoel van het middenwesten opsnuiven :) (Inderdaad, ik kan mij perfect voorstellen dat in deze regio’s westernfilms worden gedraaid: eindeloze droge vlaktes waar paardrijden de handigste manier is om je te verplaatsen!) In de vooravond kwamen we aan in Purmamarca. De vrouwen stortten zich op de ettelijke marktjes en de mannen op zoek gingen naar een overnachting. We hadden niets geboekt, dus alle opties stonden nog open! Deze keer niet zo luxueus, maar een bed en een douche waren we meer dan content! Purmamarca is een klein plaatsje aan de voet van de Cerro de los siete colores (berg van de 7 kleuren), een van de hoogtepunten wat betreft bergvormen en –kleuren in deze streek. Aangezien onze nafte op was en ze daar niet beschikken over een tankstation, moesten we voor de allerlaatste keer die dag nog eens met z’n allen op tour. We reden snel eventjes naar Tilcara waar we een heuvel passeerden met een prachtige begraafplaats in Spaanse stijl: bovengrondse graven met vele gekleurde plastic bloemen (= het kerkhof van Maimara) met uitzicht op de bergen die hier gelijkenissen hebben met meerdere schilderspaletten naast elkaar.

Nu denk je waarschijnlijk : oké, wat kan je daar nu nog meer zien? Deze streek kent gewoon geen ophouden, soms waren al die prachtige taferelen gewoon teveel info om in onze hersenen op te slaan :)! De laatste dag reden we naar de salinas grandes, op Argentijns grondgebied wel te verstaan! We moesten eerst een serieuze beklimming maken die anderhalfuur duurde tot aan een hoogte van 4100m. Het landschap was hier ook opnieuw onbeschrijfelijk: je begint in volle begroeiing tot je boven de boomgrens een droger landschap hebt. Je voelde ook op een of andere manier aan je lichaam dat we meer en meer aan het stijgen waren. Hoe kan ik het omschrijven…? Als je 30 seconden liep, had je het gevoel dat je net 30 minuten had gelopen. Ook was alles een beetje duizelig in je hoofd… Door het drukverschil van de steile beklimming ontplofte zelfs onze zak chips :)! Daarna volgde een afdaling tot op 3300 m hoogte, waar de zoutmeren gelegen waren. Dit was heel indrukwekkend: Zover als je maar kon kijken, zie je enkel een witte vlakte met in de verte opnieuw besneeuwde toppen. Hier en daar graven ze putten en in dit azuurblauwe water dat dan tevoorschijn kwam groeien dan zoutkristallen.

Waar we niet echt aan hadden gedacht … De combinatie van witte zoutvlakte en de felle zon! Het is bijna onmogelijk om je ogen deftig open te houden door de weerkaatsing van het zonlicht. Maar dit werden we lichtjes gewaar en de fotoshoot kon beginnen! Hier aten we ook onze eerste cocabladeren! Je ziet hier namelijk constant mensen met een bolle wang, heel grappig om te zien! Waarom ze dit doen? De mensen zuigen op die bladeren, omdat dit een toename van de rode bloedlichaampjes te weeg brengt zodat ze de hoogteziekte niet krijgen en dus langer op die grote hoogte kunnen verblijven. Bovendien stilt het ook de honger (gelijkaardig effect als de Argentijnse mate). Ze steken dus zo’n 60 tot 100 bladeren in hun mond, verwerken dit tot een grote bol die dan tegen hun wang gedrukt zit! Tijdens de terugweg naar Salta maakten we een stop in Tumbaya, een heel klein dorpje (ik zou het zelfs geen dorp durven noemen). Reeds in de heenreis waren we gefascineerd door de immense drukte langs de weg en we wilden hier wel het fijne van weten. Daar we in de week voor Pasen zaten (Semana Santa), was hier een processie aan de gang. Met duizenden gaan ze de bergen in om de Virgen de Copacabana te halen, een heilige maagd waarvan haar beeld in de bergen staat. Zij zou hier enkele jaren terug verschenen zijn... Mensen doen de beklimming van 25km in één dag, feesten op de berg rond het beeld en brengen dan in processie (die plaatsvindt op palmzondag) de Heilige maagd mee naar beneden. Dit alles was een heel kleurrijke bedoening met duizenden mensen, kraampjes met eten, drank en relikwieën zoals palmbladeren en foto’s van de Heilig maagd.

Het is eigenlijk erg opvallend hoe het geloof leeft in het Noord- Westen van Argentinie. Op straat slaan vele mensen een kruisje bij het voorbij lopen van een kerk, bidden voor Christus beelden of lopen even snel een kerk binnen voor een kort gebedje. In Buenos Aires komt dit ook wel voor, maar toch in mindere mate … Aangekomen in onze gratis verblijfplaats in Salta en na een flinke douche en inspectie gedaan te hebben naar onze verbrande zones (Nog een keer: ga dus nooit naar een zoutvlakte zonder zonnebril en je niet van te voren hebt ingesmeerd met zonnemelk!) trokken we de stad in, onze laatste uitstap van deze reis :( . Salta is een gezellige stad, heeft koloniale kenmerken te danken aan de Spanjaarden en heeft een relaxte vibe over zich heen (misschien draagt het mooie weer hier ook aan bij). Een must is het Museum de Arqueologia de Alta Montana (MAAM) waar 3 kinderen van de de Llulailloco vulkaan geborgen zijn. Deze zijn 3 inca kinderen die zo’n 500 jaar geleden werden geofferd en die in 1999 zijn gevonden, volledig intact met al hun bezittingen die ze meekregen toen ze geofferd werden. De mooiste, slimste, beste mensen van het volk werden uitverkoren voor zo’n offer. Helemaal geen opoffering voor deze kinderen, want zij voelden hen als uitverkorenen en leefde met veel plezier naar de offering van hun lichaam aan de Goden! Men dacht immers dat zij niet zouden sterven, maar verder mogen leven met alle andere kinderen die geofferd werden … De kinderen zijn geheel gebleven doordat ze hoog begraven werden en door de koud hun ganse lichaampje intact bleef. 1 kindje was te zien volledig achter een soort stulp, heel indrukwekkend! (Er wordt altijd maar slechts een kind getoond, de twee andere kinderen worden door allerlei experts onderzocht, want zo’n vondst is zeldzaam!) Daarna trokken we nog eens naar de kathedraal (=de Basilica San Francisco), een echt plaatje.

Toevallig was het die zondag palmzondag, dus mochten we eens proeven van de sfeer die hangt op zo’n belangrijke dagen. De armere verkochten mooi geweven palmtakken die de mensen meenamen naar de mis in de kathedraal. Die zat tot onze grote verbazing stampvol, iets dat je je in België niet meer kan inbeelden. Er stonden zelfs luidsprekers zodat de mensen op het buitenplein de mis konden meevieren, een heel apart gevoel… Na ons laatste avondmaal in een plaatselijk restaurantje slenterden we naar huis al keuvelend over wat we niet al gezien hebben de voorbije dagen…
Maandag 4 uur 30 uit de wol,want PJ moest ten laatste rond 9 uur opnieuw paraat staan voor zijn boten in BsAs! De komende week nam ik Kathleen en Ronny onder mijn hoede en toonde met trotsheid alle troeven die de stad te bieden had! Niet alleen hingen we de toerist uit, maar ik leerde ze ook kennismaken met de dagdagelijkse dingen zoals het nemen van de bus, inkopen doen in de lokale supermarkt, de wekelijkse wandeling naar de groentemarkt en natuurlijk : creatief oplossen van de dagelijkse Belgische gewoonten met Argentijnse producten!!! Dit alles lijken hele gewone en normale dingen, maar als je ze eenmaal gedaan hebt in Argentinië, dan pas kan je met ons meepraten over hoe alles er hier aan toe gaat.
Ronny en Kathleen, nogmaals bedankt voor deze prachtige twee weken. Een reis die we niet snel zullen vergeten!
Hebben jullie ongeveer een beeld van de streek? Oké, dan kan je je nu volledig inleven in onze reis :) Here we go!
Woensdag 13 april troffen we elkaar in Salta (Salta is dus zowel een stad als een provincie, wij landden in de stad Salta dat gelegen is in de provincie Salta), Pieterjan en ik komende van Buenos Aires, Kathleen en Ronny van de watervallen van Iguazu. Daar stond ons ‘jeepke’ (ford ecosport) klaar dat ons transportmiddel werd de komende dagen. Het was weer om helemaal in de reissfeer te komen: knalblauwe hemel, felle zon en zo’n 30 graden en van dit weer zullen we de komende vijf dagen genieten! Onze eerste stop was in Cafayate, een wijngebied dat op ongeveer 1700 meter boven de zeespiegel ligt. Naast Mendoza is Cafayate een van de bekendste wijngebieden van Argentinië. Later zal blijken dat het niet alleen natuurlijke rijkdom heeft, maar ook cultureel heel wat te bieden heeft! Om de eindbestemming van die dag te bereiken, doorkruisen we het wonderbaarlijke Quebrada de Cafayate waar rotsformaties tot speciale vormen zijn geërodeerd. Wonderbaarlijke rode rotsformaties die zaken voorstelden als onder andere een duivelsgat (garganta del diabolo), amfitheater, obelisk en een kasteel.
Onze eerste verblijfplaats, La vaca tranquila, is er eentje om iedereen aan te raden die ooit deze kanten opgaat! De Bed and Breakfast wordt uitgebaat door een koppel van Luik die na verschillende wereldse tussenstops hun hier gevestigd hebben. Het lijkt op een soort plaatselijke boerderij (finca) met zeer veel paarden, koeien, uitgestrekte wijnvelden en zelfs hun eigen bierbrouwereitje! En het neusje van de zalm: relaxt zwembad met zicht op de besneeuwde toppen van de Andes.
Donderdagmorgen 14 april heeft de familie Deleersnyder ook een nieuw familielid ogenomen: Ronny, het stierke! :) Ronny mag zich voortaan fiere peter noemen van torro (=Stier) Ronny .
Waarom kreeg hij zijn naam? Het stiertje kreeg de naam van de persoon die het eerste wakker was die ochtend! Die dag stonden twee culturele uitstappen op de agenda : een bezoek aan de ruinas Quilmes en twee wijndegustaties in twee van de vele bodegas dat Cafayate te bieden heeft. Quilmes is een nederzetting uit de 8e eeuw die op een beschutte plek tegen een berghelling aan de rand van een grote vlakte ligt. De plaats is meerdere malen belegerd onder andere door de Inca’s maar het volk van Quilmes kon de aanval van de Inca’s weerstaan. De Spanjaarden pakten het later agressiever aan en konden het verzet breken. Na het middageten (dat meestal bestond uit brood, kaas en salami dat we kochten in een plaatselijk winkeltje en opaten op een of andere leuke stop op de weg naar de volgende bestemming) bezochten we bodega Etchart en deze was veruit de beste. We kregen er een zeer goede rondleiding zowel in de fabriek als in de kelders. Na de rondleiding was een degustatie waar we uitleg kregen hoe we wijn moesten proeven en beoordelen (aan de hand van kleur, geur en de tranen die blijven plakken aan het glas).
Onze tweede bezoek was aan de bodega ‘El Esteco’, opnieuw zeer lekkere wijnen, alleen was de rondleiding hier niet zo gepersonaliseerd door de grote naambekendheid bij de toeristen.
Na twee overnachtingen in dezelfde regio, verlegden we de vrijdag onze grenzen naar Cachi. De weg die we volgden was opnieuw heel bijzonder. Door aardverschuivingen zijn de rotsen bijna zo’n 90 graden gekanteld en krijg je dus prachtige rotsformaties. Ze noemen dit dan ook Quebrada de las flechas: kloof van de pijlen, want inderdaad: de rotsen schieten als pijlen uit de grond! Ook de kleuren waren fascinerend: van grijs tot groen, van felrood tot wit. De route loopt over een verharde weg met kiezelstenen, de ene al wat groter dan de andere : ontwijken is dus een must!
Op onze weg kwamen we ook vaak bergdorpjes tegen. Deze dorpjes bestaan meestal maar uit zo’n tiental huizen gemaakt van leem en stro : gebaseerd op de vroegere adobehuisjes van de indianen. Ik vond het ongelooflijk om te zien dat mensen nog steeds zo leven : geen stromend water, geen elektriciteit, te voet of te paard zijn de enige transportmogelijkheden … En welke vraag ik mij steeds stelde toen we zo’n dorpje passeerden : wat doen deze mensen hier alle dagen ??? Op onze weg hebben we 3 dames geholpen die een klapband hadden. Zij waren blijkbaar niet zo goed in het ontwijken van grote stenen … Onze mannen staken graag hun handen uit de mouwen, en wij vrouwen tetterden er op los, met een mooi resultaat: als dank een gratis overnachting in een hotel van een van de vrouwen in Salta! We lunchten in Finca del Carmen waar we genoten van een prachtig uitzicht over de vallei. In de vooravond kwamen we aan in Cachi, een gezellig klein toeristisch plaatsje met vele leuke witte pandjes in een prachtige bergachtige omgeving met witte Andes toppen op de achtergrond. Ons verblijf (Finca de la paya) was een heel stuk van de weg afgelegen tegen de bergflanken, maar opnieuw een voltreffer! Vroeg onder de lakens, want zo’n lange autoritten maken je echt wel moe. De stilste nacht van ons leven: geen auto, geen kat, geen vliegtuig, geen trein … niets!
Om 9u (ik duid hier op het feit dat we inderdaad veel gezien hebben, maar het zeker geen uitslaapvakantie was!) starten we onze rit naar Salta-stad om van daaruit de oversteek te maken naar de provincie Jujuy waar we in Purmamarca zouden overnachten. Nadat we Cachi achter ons laten, is het eerste stuk waardoor je rijdt fe-no-me-naal. Het voert je onder andere door het Parque de los Cordones, een groot natuurgebied vol prachtig Cordon-cactussen.
In deze vallei bevindt zich ook de Recta del Tintin, een oude lange kaarsrechte Incaweg. Daarna kwamen we heel plots in de wolken terecht, geen besef dat we zo hoog zaten (zo’n 3348 meter)! We reden over een slingerweg langs diepe ravijnen in dichte mist naar beneden. De afdaling was een hele belevenis met prachtige vergezichten, haarscherpe haarspeldbochten en telkens kleine bergriviertjes doorkruizen naar beneden toe. Het duurde dus wel even voor we Salta hadden bereikt. Snel inkopen gedaan in de stad Salta en terug in de auto op weg naar de stad Jujuy om van daaruit naar Purmamarca te rijden (ik haal er eventjes een kaartje bij, kwestie dat jullie kunnen volgen!)

Jujuy lieten we links liggen, het is een grote stad en we wilden zo snel mogelijk terug naar de natuur, opnieuw het gevoel van het middenwesten opsnuiven :) (Inderdaad, ik kan mij perfect voorstellen dat in deze regio’s westernfilms worden gedraaid: eindeloze droge vlaktes waar paardrijden de handigste manier is om je te verplaatsen!) In de vooravond kwamen we aan in Purmamarca. De vrouwen stortten zich op de ettelijke marktjes en de mannen op zoek gingen naar een overnachting. We hadden niets geboekt, dus alle opties stonden nog open! Deze keer niet zo luxueus, maar een bed en een douche waren we meer dan content! Purmamarca is een klein plaatsje aan de voet van de Cerro de los siete colores (berg van de 7 kleuren), een van de hoogtepunten wat betreft bergvormen en –kleuren in deze streek. Aangezien onze nafte op was en ze daar niet beschikken over een tankstation, moesten we voor de allerlaatste keer die dag nog eens met z’n allen op tour. We reden snel eventjes naar Tilcara waar we een heuvel passeerden met een prachtige begraafplaats in Spaanse stijl: bovengrondse graven met vele gekleurde plastic bloemen (= het kerkhof van Maimara) met uitzicht op de bergen die hier gelijkenissen hebben met meerdere schilderspaletten naast elkaar.
Nu denk je waarschijnlijk : oké, wat kan je daar nu nog meer zien? Deze streek kent gewoon geen ophouden, soms waren al die prachtige taferelen gewoon teveel info om in onze hersenen op te slaan :)! De laatste dag reden we naar de salinas grandes, op Argentijns grondgebied wel te verstaan! We moesten eerst een serieuze beklimming maken die anderhalfuur duurde tot aan een hoogte van 4100m. Het landschap was hier ook opnieuw onbeschrijfelijk: je begint in volle begroeiing tot je boven de boomgrens een droger landschap hebt. Je voelde ook op een of andere manier aan je lichaam dat we meer en meer aan het stijgen waren. Hoe kan ik het omschrijven…? Als je 30 seconden liep, had je het gevoel dat je net 30 minuten had gelopen. Ook was alles een beetje duizelig in je hoofd… Door het drukverschil van de steile beklimming ontplofte zelfs onze zak chips :)! Daarna volgde een afdaling tot op 3300 m hoogte, waar de zoutmeren gelegen waren. Dit was heel indrukwekkend: Zover als je maar kon kijken, zie je enkel een witte vlakte met in de verte opnieuw besneeuwde toppen. Hier en daar graven ze putten en in dit azuurblauwe water dat dan tevoorschijn kwam groeien dan zoutkristallen.
Waar we niet echt aan hadden gedacht … De combinatie van witte zoutvlakte en de felle zon! Het is bijna onmogelijk om je ogen deftig open te houden door de weerkaatsing van het zonlicht. Maar dit werden we lichtjes gewaar en de fotoshoot kon beginnen! Hier aten we ook onze eerste cocabladeren! Je ziet hier namelijk constant mensen met een bolle wang, heel grappig om te zien! Waarom ze dit doen? De mensen zuigen op die bladeren, omdat dit een toename van de rode bloedlichaampjes te weeg brengt zodat ze de hoogteziekte niet krijgen en dus langer op die grote hoogte kunnen verblijven. Bovendien stilt het ook de honger (gelijkaardig effect als de Argentijnse mate). Ze steken dus zo’n 60 tot 100 bladeren in hun mond, verwerken dit tot een grote bol die dan tegen hun wang gedrukt zit! Tijdens de terugweg naar Salta maakten we een stop in Tumbaya, een heel klein dorpje (ik zou het zelfs geen dorp durven noemen). Reeds in de heenreis waren we gefascineerd door de immense drukte langs de weg en we wilden hier wel het fijne van weten. Daar we in de week voor Pasen zaten (Semana Santa), was hier een processie aan de gang. Met duizenden gaan ze de bergen in om de Virgen de Copacabana te halen, een heilige maagd waarvan haar beeld in de bergen staat. Zij zou hier enkele jaren terug verschenen zijn... Mensen doen de beklimming van 25km in één dag, feesten op de berg rond het beeld en brengen dan in processie (die plaatsvindt op palmzondag) de Heilige maagd mee naar beneden. Dit alles was een heel kleurrijke bedoening met duizenden mensen, kraampjes met eten, drank en relikwieën zoals palmbladeren en foto’s van de Heilig maagd.
Het is eigenlijk erg opvallend hoe het geloof leeft in het Noord- Westen van Argentinie. Op straat slaan vele mensen een kruisje bij het voorbij lopen van een kerk, bidden voor Christus beelden of lopen even snel een kerk binnen voor een kort gebedje. In Buenos Aires komt dit ook wel voor, maar toch in mindere mate … Aangekomen in onze gratis verblijfplaats in Salta en na een flinke douche en inspectie gedaan te hebben naar onze verbrande zones (Nog een keer: ga dus nooit naar een zoutvlakte zonder zonnebril en je niet van te voren hebt ingesmeerd met zonnemelk!) trokken we de stad in, onze laatste uitstap van deze reis :( . Salta is een gezellige stad, heeft koloniale kenmerken te danken aan de Spanjaarden en heeft een relaxte vibe over zich heen (misschien draagt het mooie weer hier ook aan bij). Een must is het Museum de Arqueologia de Alta Montana (MAAM) waar 3 kinderen van de de Llulailloco vulkaan geborgen zijn. Deze zijn 3 inca kinderen die zo’n 500 jaar geleden werden geofferd en die in 1999 zijn gevonden, volledig intact met al hun bezittingen die ze meekregen toen ze geofferd werden. De mooiste, slimste, beste mensen van het volk werden uitverkoren voor zo’n offer. Helemaal geen opoffering voor deze kinderen, want zij voelden hen als uitverkorenen en leefde met veel plezier naar de offering van hun lichaam aan de Goden! Men dacht immers dat zij niet zouden sterven, maar verder mogen leven met alle andere kinderen die geofferd werden … De kinderen zijn geheel gebleven doordat ze hoog begraven werden en door de koud hun ganse lichaampje intact bleef. 1 kindje was te zien volledig achter een soort stulp, heel indrukwekkend! (Er wordt altijd maar slechts een kind getoond, de twee andere kinderen worden door allerlei experts onderzocht, want zo’n vondst is zeldzaam!) Daarna trokken we nog eens naar de kathedraal (=de Basilica San Francisco), een echt plaatje.
Toevallig was het die zondag palmzondag, dus mochten we eens proeven van de sfeer die hangt op zo’n belangrijke dagen. De armere verkochten mooi geweven palmtakken die de mensen meenamen naar de mis in de kathedraal. Die zat tot onze grote verbazing stampvol, iets dat je je in België niet meer kan inbeelden. Er stonden zelfs luidsprekers zodat de mensen op het buitenplein de mis konden meevieren, een heel apart gevoel… Na ons laatste avondmaal in een plaatselijk restaurantje slenterden we naar huis al keuvelend over wat we niet al gezien hebben de voorbije dagen…
Maandag 4 uur 30 uit de wol,want PJ moest ten laatste rond 9 uur opnieuw paraat staan voor zijn boten in BsAs! De komende week nam ik Kathleen en Ronny onder mijn hoede en toonde met trotsheid alle troeven die de stad te bieden had! Niet alleen hingen we de toerist uit, maar ik leerde ze ook kennismaken met de dagdagelijkse dingen zoals het nemen van de bus, inkopen doen in de lokale supermarkt, de wekelijkse wandeling naar de groentemarkt en natuurlijk : creatief oplossen van de dagelijkse Belgische gewoonten met Argentijnse producten!!! Dit alles lijken hele gewone en normale dingen, maar als je ze eenmaal gedaan hebt in Argentinië, dan pas kan je met ons meepraten over hoe alles er hier aan toe gaat.
Ronny en Kathleen, nogmaals bedankt voor deze prachtige twee weken. Een reis die we niet snel zullen vergeten!
maandag 2 mei 2011
Foto's Reis Salta - Jujuy
woensdag 30 maart 2011
De stand van zaken op de werf
Na een deugddoende vakantie begon mijn torn weer op 28/01. Ik begon als uitvoerder van de Francesco di Giorgio en na een week nam ik er ook de Sanderus bij. Met die 2 schepen zaten mijn dagen opnieuw behoorlijk gevuld en was ik opnieuw veel weg van huis. In februari ging er een collega uitvoerder voorgoed naar België terug en dit betekende dat ik plots de meest ervaren uitvoerder was op de werf hier in Argentinië. Bijgevolg had ik naast die 2 schepen steeds meer andere nieuwe taken Zo werd onder andere de weg naar de werkplaats heraangelegd worden en de waterleidingen daar vernieuwd. Dit moest ik dus opvolgen en de nodige problemen oplossen. Alsook werd ik verantwoordelijk voor het werk in de haven van La Plata, een stad op 30min van BsAs, waar we een onderhoudscontract van 3 jaar hebben lopen (tot eind juni 2011). We moeten hier slecht om de 6 maand eens 20 dagen gaan baggeren, maar er komt hier nogal wat voorbereidingswerk bij kijken. We gaan er nog een laatste keer baggeren rond eind april.Sinds begin maart doe ik er ook nog eens de Capitan Nuñez bij (dus inderdaad op dat moment 3 schepen), maar dit met de gedachte dat de Francesco di Giorgio binnenkort naar Brazilië zou vertrekken. Midden maart was het zover en moest ik alles voorbereiden voor hun vertrek. Die week was een van de meest hectische tot nu toe bij mijn carrière bij JDN. 3 schepen, waarbij 1 die vertrekt naar een andere werf en 1 met een heleboel problemen (SA). Dit was beetje te veel van het goede, maar ik heb alles toch tot een goed eind gebracht. Op dit moment ben ik weer uitvoerder van 2 schepen en doe de voorbereidingen voor La Plata.Als ik ook nog even terugkom op vorige posts qua werk, dan zie ik dat ik moet vertellen dat de cutter IBN Battuta hier goed zijn werk heeft gedaan op de rivier en in Escobar (waar hij een toegangskade gebaggerd heeft naar een olie- en gasterminal) en nu al lang in andere oorden aan het cutteren is. Voor Hidrovia II, weet je nog de verlenging tot aan Corrientes (1300km rivier te baggeren), is alles goedgekeurd en mogen we eraan beginnen. Maar het probleem is dat we nog geen schepen hebben om dit verlengde uit te diepen. Het kleine schip dat hier normaal ligt, zit momenteel in Brazilië en het nieuwe schip, Alvear Nuñez Cabeza de Vaca, wordt pas verwacht rond midden a eind juli. Maar de voorbereidingen worden al getroffen. Dit wordt een hele uitdaging, want daarboven is er niets, geen opstapplaatsen, grote afstanden, geen ziekenhuizen, geen leveranciers… Dat wordt nog een gans avontuur! Maar dit is voorlopig nog toekomstmuziek en we blijven verder werken op onze 700km lange rivier.
zaterdag 12 maart 2011
België & Brazilië januari 2011
28 december 2010 trokken we weer richting België om te genieten van de vrienden en familie, het lekkere Belgische eten, de mooie wintertaferelen, de zalige kerstsfeer … tot 12 januari. Een korte, maar krachtige terugkeer naar België! 13 januari kwamen we aan in Buenos Aires om onze winterspullen en 101 gekochte Belgische spullen uit te pakken, en de trekzakken voor onze reis naar Brazilië weer te vullen. Aangezien dit de laatste gelegenheid was om onze vrienden Lieske en Yannick nog eens te zien, hebben we dezelfde avond afgesproken met hen iets te gaan eten. Niet te laat, want de volgende ochtend om 5 uur stond de taxi voor de deur om ons te brengen naar de Luchthaven. Daar was het een behoorlijke soep … Hoogseizoen en zoals gewoonlijk kan Argentinië niet met chaos omgaan. Drie vluchten die hetzelfde uur vertrekken met slechts 3 gates. Gevolg: onze vlucht had meer dan een uur vertraging, omdat er te weinig gates beschikbaar werden gesteld (terwijl er wel nog 36 lege waren …). Onze reis ging naar Salvador de Bahia, met een tussenstop in Sao Paulo. We hadden niets voorbereid, dus alles was improvisatie op het moment zelve, fantastische manier van reizen! Niets moet, alles kan is het motto! Bovendien hebben we ons voorgenomen zo lowbudget mogelijk te reizen, dat maakt het altijd wat spannender :) Low budget was het al van het moment toen we aankwamen in Salvador. Ettelijke taxichauffeurs drongen zich op, maar we zouden en moesten de goedkoopste manier nemen om in Salvador de Bahia te geraken, en dit is de bus! Anderhalf uurtje zaten we lekker bezweet en “afgetsjold” van de reis op een bus waar van airco nog geen sprake was. Voor ons onmiddellijk een deftige kennismaking met de stad: je krijgt niet alleen de mooie kanten te zien (de stranden, de restaurantjes, het oude stadsgedeelte …), maar eerst ga je door de buitenwijken en die zijn zoals overal in de wereld niet de mooiste delen van de stad. Zo kregen we onmiddellijk een beeld van hoe minder gestelde Brazilianen leven. De hele arme wonen in de favella’s. Deze liggen vooral in de bergen omringd door de stad. De huisjes zijn op, onder, naast,over … met andere woorden op alle mogelijke manieren gebouwd om zodanig veel mensen op een zo klein mogelijke oppervlakte te krijgen. De rijkere laag van de arme bevolking woont in stenen huisjes, maar van veel luxe is absoluut geen sprake. Wat mij opviel is dat elk huis ommuurd was en bovenop de muur waren scherpe stukken glas in cement vastgemaakt. Goedkope, maar efficiënte manier om inbrekers weg te houden! Rond 18 uur kwamen we aan in de stad. Ons hostelletje gezocht, vlug nog een pizza naar binnen gespeeld en als een baksteen in slaap gevallen (We hadden namelijk een reis van 22 uur achter de rug (België- BsAs), daarna een nacht van 5 uur (het was 35 graden ‘snachts en onze airco was kapot) en tot slot net een ganse dag gereis van Buenos Aires naar Salvador!). Om 22 uur wakker geschoten van het lawaai (de muren van onze kamer waren niet tot aan het plafond bevestigd. Dit betekent dus dat het ganse verdiep met elkaar in verbinding stond.) We waren dus op tijd naar bed gegaan, want jawel, de volgende dag stond ons weer een busreis van 6 uur te wachten! We trokken naar Lençois, Chapada Diamantina, een nationaal natuurpark in de provincie Bahia. Alvorens daarover uit te breiden, toch nog even kort hoe wij Salvador de Bahia ervaren hebben … Brazilië werd ontdekt door de Portugezen en voor het deel Bahia haalden de kolonisators grote aantallen slaven uit Afrika om te werken op de plantages. Die Afrikaanse invloed is tot nu nog steeds aanwezig. De kleurrijke bevolking (de huidige Brazilianen en de afstammelingen van de Afrikanen) spiegelt zich op allerlei gebieden weer: een groot culinair aanbod, de dans : zowel de capoeira als de samba, de religie, de klederdracht, … prachtig! Wat mij heel diep zit is dat zelfs daar nog steeds een racisme heerst tegenover de zwarten. Na al het reizen waren deze mensen voor mij de vriendelijkste, behulpzame en goedgezindste mensen die ik heb ontmoet. Gewoon de huidskleur zorgt ervoor dat deze mensen zich minderwaardig moeten voelen!! Alhoewel de bevolking zelf heel vriendelijk was, was de stad Salvador de Bahia helemaal niet veilig. We hadden al heel veel verhalen gelezen van mensen die overvallen waren en ter plaatse konden we ons dit ook helemaal inbeelden. Salvador de Bahia, en vooral het toeristische deel Pelourinho, ligt namelijk helemaal omringd met de favella’s.
In de straten waar de toeristen lopen, is alles rozengeur en maneschijn, maar achter de gevels speelt zich een andere wereld af. Wij sliepen bijvoorbeeld in een hostel en naast ons was een smalle gang met een ijzeren door. Achter die ijzeren door lag dan een grote favella. Dus inderdaad : achteraan in ons hostelletje zicht op de favella’s. Bijgevolg : tussen de toeristen krioelt het van arme mensen die op zoek zijn naar slachtoffers om hen wat rijker te maken. Swat, is dit abnormaal als je zo arm bent en het daar barst van de rijke toeristen? Ik denk eerlijk gezegd dat ik ook tot alles in staat zou zijn als ’ik geen nagel zou hebben om aan mijn gat te skarten’. ’s Avonds hebben we het met eigen ogen gezien : een toeristisch koppel was heel laat nog op zoek naar een hostel, en een onschuldig jong ventje had hen overtuigd om naar zijn ‘plaats’ te komen. Ze waren vertrokken, toen net nog op tijd iemand tegen hen zei zeker niet mee te gaan, omdat het alleen maar slecht zou aflopen … Zo’n dingen versta ik dan toch niet : Je weet dat je in een van de gevaarlijkste buurten van Brazilië zit, omdat de arme Brazilianen weten dat de toeristen zo naïef zijn, dan ga je toch niet mee??? Door de vele overvallen hadden wij bijgevolg niets mee toen we het stad introkken. Daarom zijn er slechts enkele foto’s van Salvador de Bahia op onze blog te bespeuren. Het enige wat we mee hadden waren enkele reals diep verstopt in mijn BH :) Jaja, echt een goede tip als je ooit nog eens een gevaarlijk gebeid komt, daar is de laatste plaats dat ze zullen zoeken denk ik :)
Dag 2 vroeg in de morgen vertrokken we van Salvador naar Lençois. Als je zo ’s morgens door zo’n wereldstad wandelt krijg je ook wel wat taferelen te zien hoor : kinderen die op straat liggen te slapen kapot van de drugs, dronkaards die vanalles naar je kop roepen … Gelukkig was de man van de hostel mee gelopen naar een open plaats waar hij een taxi voor ons kon regelen. Ook in de terminal was het niet echt de leukste plaats op aarde, maar ik denk dat dit gewoon een internationaal gegeven is : terminals zijn plaatsen waar toeristen samen komen en waar dus weer veel rijkdom te pakken valt. Maar ook hier hebben we het overleefd! Rond 7 uur op de bus en 6 uurtjes later kwamen we aan in het paradijs, voor ons was de vakantie nu echt begonnen!!! Chapada Diamantina is een nationaal natuurpark, ook wel de Grand Canyon van Zuid-Amerika genaamd, met immense oppervlaktes ongerepte natuur. We verbleven er bij Pieter, een Belgische jongen en zijn vriendin Manouela, een Braziliaans meisje. Toen we aankwamen met de bus stond Pieter ons met zijn nichtje Yasmien op te wachten, en ik was meteen verkocht :) Het nichtje is zo’n typisch Afro Amerikaans Braziliaans meisje, altijd lachsgezind en energie te veel! Ook thuis werden we warm ontvangen : Manouela had een lekkere taart gebakken. Wij hadden de beste kamer gekregen, meer dan in orde!
Omdat we zo afgezien hadden op de bus (de temperaturen liepen hoog op) vroegen we waar we ons ergens konden verfrissen. Samen hebben we langs de rivier gewandeld en af en toe een pauze genomen om een duikje te nemen. Heel raar: je had zo van die diepe putten, ik noem ze natuurlijke jacuzzi’s door de natuurlijke stroming van bovenaf, waar je echt uren kon in baden. Uiteindelijk kwamen we bij een watervalletje terecht en een prachtig zicht over Lençois. De volgende dagen waren niet anders : elke dag hebben we prachtige natuurwandelingen gemaakt en hebben vanalles gezien : een grot met stalagmieten en stalagtieten, grotten met super blauw water, een grote waterval, een natuurlijke glijbaan, adembenemende uitzichten over de tafelbergen… Hier spreken de foto’s voor zich!
En ook te vermelden : het ontbijt dat we kregen bij Pieter en Manouela was gewoon FE-NO-ME-NAAL!! Naast het lekkere brood en gebakjes dat we elke ochtend geserveerd krijgen, ben ik nog steeds ondersteboven van de lekkere fruitsoorten dat ze daar hebben in Brazilië. Ik heb zeker 5 nieuwe fruitsoorten leren kennen, heerlijk! Dus elke ochtend kregen we onze portie fruit en ook een vers geperst fruitsapje. Onze 4 dagen in Lençois vlogen jammer genoeg voorbij. In principe kan je daar echt enkele weken blijven, maar we konden maar 13 dagen blijven in Brazilië. Dus daarom namen we de 19de ‘s avonds de nachtbus terug naar Salvador de Bahia.
Aangekomen in Salvador de Bahia om 5h ‘s morgens namen we een taxi naar de haven om daar een catamaran te nemen naar het eiland ‘Morro de Sao Paulo’. We hadden hier hoge verwachtingen over omdat het in alle gidsen stond als een echte aanrader, maar aangekomen was het al snel duidelijk dat het niets voor ons was. Het was een eiland opgezet voor toeristen en de lokale Braziliaanse sfeer was er niet te proeven. Het lokale leven van de Brazilianen die er wonen, werd verdrongen door de vele hotels, restaurantjes en pousada’s. En daarvoor ga je toch op reis: om de lokale cultuur te proeven? Maar gelukkig hadden we een supergezellige pousada bovenop een berg, weg van alle drukte, dat maakte ons verblijf wel goed! ’s Avonds wel een unieke ervaring meegemaakt … Bij zonsondergang nog een plonsje gemaakt in het zwembad (samen met een ander Duits koppel die al 2.5 jaar aan het reizen is , ongelooflijk !!!) en als het donker wordt, komen daar de vleermuizen wakker … Maar die beesten komen dus drinken in het water van het zwembad en zien jou niet zitten hé. Brrr, unieke ervaring, maar ik vond het ook wel eng hoor, ik wou liever niet zo’n beest bovenop mijn hoofd zitten hebben,ha! Dezelfde avond begon het helemaal te overtrekken en van die regen op die betreffende avond hebben we nog onze ganse reis de gevolgen moeten voelen … De uitbaatster zei ons : Vanavond is het volle maan en als het vanavond gaat regenen, blijft het regenen! We keken naar elkaar zoals van ‘dat gaat zo’n bijgelovig mens zijn die ook denkt dat ze de toekomst kan voorspellen aan de hand van kaarten’, maar ze had gelijk! De dagen op het eiland niets anders dan regen gehad, heel af en toe een streepje zon… Dus hebben we iets nieuws bijgeleerd: hou in de gaten welk weer het is op volle maan, want zo’n weer gaat het zijn tot de volgende volle maan :) Is het nu alleen voor in de jungle, voor in Brazilië of over heel de wereld, ik weet het niet! Dat Duits koppeltje vertelde ons dat dit ook het geval was in Azië … Door die regen hadden we ook wel een beetje geluk. De aapjes die daar in de jungle leefden, hadden niet zo graag de regen en schuilden liever onder het afdak waar het ontbijt geserveerd werd. Echt amusant om zo’n 8 kapucijnaapjes van dichtbij te zien spelen.

3 dagen later namen we opnieuw een boot naar het idyllische eiland ‘Boipeba’. Maar ook die morgen was het niet gestopt met regen, dus door wind en regen met een minibootje 2 uur op zee. Jah, dat was ook een ervaring hoor, ik ben nog nooit zo doorweekt geweest! Maar aangekomen op het eiland was de weg ernaartoe al snel vergeten : het was een eiland zoals in de ‘neckermanboekskes’, de foto’s spreken voor zich!
Ook hier sliepen we in een heel gezellige pousada uitgebaat door een Braziliaans/Amerikaanse en haar dochtertje van 8 jaar. Opnieuw hadden we een van de verste pousada’s gekozen, maar volgens ons ook wel een van de betere van het eiland … Hier hebben we 5 dagen genoten van het goede leven: lekker gegeten, aan het strand gelegen, wandelingen gemaakt … De batterij opladen om er weer 5 maand tegenaan te kunnen gaan!
En ja, aan alle mooie verhalen komt ook een eind … Maar volgens mij hebben we het goed aangepakt, van alles iets gezien: de bergen / jungle, het strand en de Afro-Braziliaanse stad Salvador de Bahia. Al bij al was ik blij om weer af te zakken naar Argentinië, want oooh wat heb ik de gezellige rode-wijn-terras-avondjes gemist en een goed Argentijns steakske! :)
Dag 2 vroeg in de morgen vertrokken we van Salvador naar Lençois. Als je zo ’s morgens door zo’n wereldstad wandelt krijg je ook wel wat taferelen te zien hoor : kinderen die op straat liggen te slapen kapot van de drugs, dronkaards die vanalles naar je kop roepen … Gelukkig was de man van de hostel mee gelopen naar een open plaats waar hij een taxi voor ons kon regelen. Ook in de terminal was het niet echt de leukste plaats op aarde, maar ik denk dat dit gewoon een internationaal gegeven is : terminals zijn plaatsen waar toeristen samen komen en waar dus weer veel rijkdom te pakken valt. Maar ook hier hebben we het overleefd! Rond 7 uur op de bus en 6 uurtjes later kwamen we aan in het paradijs, voor ons was de vakantie nu echt begonnen!!! Chapada Diamantina is een nationaal natuurpark, ook wel de Grand Canyon van Zuid-Amerika genaamd, met immense oppervlaktes ongerepte natuur. We verbleven er bij Pieter, een Belgische jongen en zijn vriendin Manouela, een Braziliaans meisje. Toen we aankwamen met de bus stond Pieter ons met zijn nichtje Yasmien op te wachten, en ik was meteen verkocht :) Het nichtje is zo’n typisch Afro Amerikaans Braziliaans meisje, altijd lachsgezind en energie te veel! Ook thuis werden we warm ontvangen : Manouela had een lekkere taart gebakken. Wij hadden de beste kamer gekregen, meer dan in orde!
Aangekomen in Salvador de Bahia om 5h ‘s morgens namen we een taxi naar de haven om daar een catamaran te nemen naar het eiland ‘Morro de Sao Paulo’. We hadden hier hoge verwachtingen over omdat het in alle gidsen stond als een echte aanrader, maar aangekomen was het al snel duidelijk dat het niets voor ons was. Het was een eiland opgezet voor toeristen en de lokale Braziliaanse sfeer was er niet te proeven. Het lokale leven van de Brazilianen die er wonen, werd verdrongen door de vele hotels, restaurantjes en pousada’s. En daarvoor ga je toch op reis: om de lokale cultuur te proeven? Maar gelukkig hadden we een supergezellige pousada bovenop een berg, weg van alle drukte, dat maakte ons verblijf wel goed! ’s Avonds wel een unieke ervaring meegemaakt … Bij zonsondergang nog een plonsje gemaakt in het zwembad (samen met een ander Duits koppel die al 2.5 jaar aan het reizen is , ongelooflijk !!!) en als het donker wordt, komen daar de vleermuizen wakker … Maar die beesten komen dus drinken in het water van het zwembad en zien jou niet zitten hé. Brrr, unieke ervaring, maar ik vond het ook wel eng hoor, ik wou liever niet zo’n beest bovenop mijn hoofd zitten hebben,ha! Dezelfde avond begon het helemaal te overtrekken en van die regen op die betreffende avond hebben we nog onze ganse reis de gevolgen moeten voelen … De uitbaatster zei ons : Vanavond is het volle maan en als het vanavond gaat regenen, blijft het regenen! We keken naar elkaar zoals van ‘dat gaat zo’n bijgelovig mens zijn die ook denkt dat ze de toekomst kan voorspellen aan de hand van kaarten’, maar ze had gelijk! De dagen op het eiland niets anders dan regen gehad, heel af en toe een streepje zon… Dus hebben we iets nieuws bijgeleerd: hou in de gaten welk weer het is op volle maan, want zo’n weer gaat het zijn tot de volgende volle maan :) Is het nu alleen voor in de jungle, voor in Brazilië of over heel de wereld, ik weet het niet! Dat Duits koppeltje vertelde ons dat dit ook het geval was in Azië … Door die regen hadden we ook wel een beetje geluk. De aapjes die daar in de jungle leefden, hadden niet zo graag de regen en schuilden liever onder het afdak waar het ontbijt geserveerd werd. Echt amusant om zo’n 8 kapucijnaapjes van dichtbij te zien spelen.
3 dagen later namen we opnieuw een boot naar het idyllische eiland ‘Boipeba’. Maar ook die morgen was het niet gestopt met regen, dus door wind en regen met een minibootje 2 uur op zee. Jah, dat was ook een ervaring hoor, ik ben nog nooit zo doorweekt geweest! Maar aangekomen op het eiland was de weg ernaartoe al snel vergeten : het was een eiland zoals in de ‘neckermanboekskes’, de foto’s spreken voor zich!
En ja, aan alle mooie verhalen komt ook een eind … Maar volgens mij hebben we het goed aangepakt, van alles iets gezien: de bergen / jungle, het strand en de Afro-Braziliaanse stad Salvador de Bahia. Al bij al was ik blij om weer af te zakken naar Argentinië, want oooh wat heb ik de gezellige rode-wijn-terras-avondjes gemist en een goed Argentijns steakske! :)
donderdag 3 februari 2011
Fotos Reis Brazilië - Salvador de Bahia
Abonneren op:
Posts (Atom)